RT les 15 spelling herhalen basis
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk woord is goed geschreven?
A
Knuffelberen
B
cnuffelberen
Slide 3 - Quizvraag
A
Akoord
B
Akkoord
Slide 4 - Quizvraag
A
kwaliteit
B
cwaliteit
Slide 5 - Quizvraag
A
sirkel
B
cirkel
Slide 6 - Quizvraag
A
camera
B
kamera
Slide 7 - Quizvraag
A
ongelukken
B
ongeluken
Slide 8 - Quizvraag
A
kantine
B
cantine
Slide 9 - Quizvraag
A
akwarium
B
aquarium
Slide 10 - Quizvraag
A
feliciteren
B
felisiteren
Slide 11 - Quizvraag
A
kollage
B
collage
Slide 12 - Quizvraag
A
knoppen
B
knopen
Slide 13 - Quizvraag
A
cassa
B
kassa
Slide 14 - Quizvraag
A
kwiz
B
quiz
Slide 15 - Quizvraag
A
provincie
B
provinsie
Slide 16 - Quizvraag
A
kreatief
B
creatief
Slide 17 - Quizvraag
A
voorspelling
B
voorspeling
Slide 18 - Quizvraag
A
crocodil
B
krokodil
Slide 19 - Quizvraag
A
quadraat
B
kwadraat
Slide 20 - Quizvraag
A
advokaat
B
advocaat
Slide 21 - Quizvraag
A
precies
B
presies
Slide 22 - Quizvraag
A
respekt
B
respect
Slide 23 - Quizvraag
A
controleren
B
kontroleren
Slide 24 - Quizvraag
A
sommige
B
somige
Slide 25 - Quizvraag
A
inteligent
B
intelligent
Slide 26 - Quizvraag
A
gezellig
B
gezelig
Slide 27 - Quizvraag
A
chocola
B
chokola
Slide 28 - Quizvraag
A
sitroen
B
citroen
Slide 29 - Quizvraag
A
kwartier
B
quartier
