1hv-5-1.5

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Fotosynthese 

Op tafel:

laptop (lessonup opgestart)

Telefoon in telefoontas

Planning

• Herhaling
• Leerdoelen
• Uitleg
• Zelfstandig werken
• Volgende keer

Wat doen de kroonbladeren van een bloem?

1. Geuren geven...
2. Kleuren geven...
3. Zaden maken...
4. Insecten aantrekken...

Zelf bestuiving

Bestuiving

Geen bestuiving

Sleep naar de goede plaats

stempel

Bloem bodem

stijl

Zaad beginsel

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel ontstaat voor dieren en mensen.
• Je kunt de fotosynthese beschrijven.

Voedingsstoffen=

stoffen die nodig zijn voor groei en ontwikkeling van een organisme

Planten voeden zich niet met andere organismen, ze maken zelf de stoffen waaruit ze bestaan -> Glucose

Wat heeft een plant nodig om te kunnen overleven?

Fotosynthese

Water +  koolstofdioxide + zon (energie) → Zuurstof + Suikers (glucose)

1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.

Voor de fotosynthese is water nodig.
Welke andere stof wordt er nog meer gebruikt bij fotosynthese?

1. Glucose
2. Koolstofdioxide
3. Zuurstof
4. Stikstof

Fotosynthese

Zonlicht

Koolstofdioxide

Glucose

Zuurstof

Water

Fotosynthese vindt plaats in de?

1. Wortels
2. Bladeren
3. Bloemen
4. Vruchten

Waarom kan fotosynthese niet in de wortels plaatsvinden?

Zelfstandig werken

Wat: 1. Lezen 1.5

          2. Maak opdrachten in online boek: 1.5: 1, 2, 5, 7

          3. Maak opdrachten in online boek: 6.4: 1, 2, 4, 5, 6

Hoe: Individueel

Hulp: De tekst

Klaar: 

1. Oefenen onderdelen bloem

2. Oefenen insecten/windbloem

3. Ander huiswerk

           

            

Volgende keer

Weektaak: 

Maken opdrachten 1.5: 1, 2, 5, 7

6.4: 1, 2, 4, 5, 6

Volgende les:

6.3