New Interface Unit 1 lesson 2/3 M3 quantifiers / listening

New Interface Unit 1 lesson 3 M3 quantifiers / listening & watching
Lesdoelen:
- kennis opfrissen van past simple/present perfect
- nieuw grammar leren over de 'quantifiers'
- Zelfstandig kijk/luisteren oefenen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

New Interface Unit 1 lesson 3 M3 quantifiers / listening & watching
Lesdoelen:
- kennis opfrissen van past simple/present perfect
- nieuw grammar leren over de 'quantifiers'
- Zelfstandig kijk/luisteren oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen
- We maken 6 groepjes van 3 personen en 1 van 4 personen
- Vul in wat je nog weet van de past simple op de voorkant van het flipover vel
- Vul in wat je nog weet van de present perfect op de achterkant van het flipover vel
- Klaar? Hang deze op in het lokaal
- samen nabespreken van de flipover vellen

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg Past Simple

● Je gebruikt de Past simple wanneer iets afgelopen is
.
● signaalwoorden: yesterday, last year, in 2014, two weeks ago,when etc

● Een past simple maak je door ED toe te voegen aan een 
regelmatig werkwoord ( walk – walked)

● Wanneer het werkwoord onregelmatig is gebruik je het 2e rijtje van de
onregelmatige werkwoorden lijst in je boek (checkbook) (go-went)

Example: I walked to school yesterday.
James went to the cinema last weekend

.
Vragen maken in de Past Simple
● Did + persoon + werkwoord (in tegenwoordige tijd)

Example: Did you walk to school yesterday?
Did James go to the cinema last weekend?

Ontkenningen maken in de Past Simple
● Persoon + didn’t + werkwoord (in de tegenwoordige tijd)

Example: No, I didn’t walk to school yesterday.
No, James didn’t go to the cinema last weekend.




Slide 3 - Tekstslide

The present perfect 


Voltooid deelwoord
1. Werkwoord + -ed 
2. 3e rijtje onregelmatig

To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought 

Slide 4 - Tekstslide

Signaal woorden:

FYNE JAS

For
Yet
Never
Ever

Just
Already
Since 

Slide 5 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 6 - Tekstslide

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 7 - Tekstslide

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 8 - Quizvraag

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read

Slide 9 - Quizvraag

He ... (never to be)
a superhero.

Slide 10 - Open vraag

I ... (never to steal) something

Slide 11 - Open vraag

Form the present perfect:
(I / go / to the library today)

Slide 12 - Open vraag

Form the present perfect:
(you / eat Thai food before?)

Slide 13 - Open vraag

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 14 - Tekstslide

signaalwoorden 
Present perfect
Past simple
Already
Since
For
yet etc. 
Lat year
Yesterday
in 2008
An hour ago etc. 

Slide 15 - Tekstslide

past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

ja
no
No
ja

Slide 16 - Tekstslide

I have known him all my life.
A
past simple
B
present perfect

Slide 17 - Quizvraag


My cat died last week.
A
Present perfect
B
Past simple

Slide 18 - Quizvraag

Somebody has painted a picture on the wall since yesterday
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 19 - Quizvraag

I built a helicopter
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 20 - Quizvraag

He ......(to jump) in a puddle this morning

Slide 21 - Open vraag

Our cats ........(to sleep) in a box last night

Slide 22 - Open vraag

Our cats ........(not to sleep) in a box since they were born.

Slide 23 - Open vraag

Grammar Quantifiers
Much vs. Many - Little vs. Few - Some vs. Any - a Little vs a Few

Slide 24 - Tekstslide

Some vs. Any = sommige / enkele
"Some" = bevestigende zinnen, questions when you expect the answer to be "yes", and for requests & offers

"Any" = ontkennende zinnen  and all other questions. 

Slide 25 - Tekstslide

11. Don't worry, I don't need _______ help.
A
Some
B
Any

Slide 26 - Quizvraag

12. Do you have _____ brothers or sisters?
A
Some
B
Any

Slide 27 - Quizvraag

13. Would you like _____ sugar with your tea?
A
Some
B
Any

Slide 28 - Quizvraag

14. I've never heard of ______ of these artists.
A
Some
B
Any

Slide 29 - Quizvraag

15. Do we have ______ jam or are we all out?
A
Some
B
Any

Slide 30 - Quizvraag

Much vs. Many = veel
"Much" = ontelbare woorden 
much money, much water, much time

"Many" = telbare woorden
many dollars, many bottles of water, many minutes

Slide 31 - Tekstslide

1. How _______ children do you have?
A
Many
B
Much

Slide 32 - Quizvraag

2. Do you still have ________ work to do?
A
Many
B
Much

Slide 33 - Quizvraag

3. Can you buy some tea as well?
Sure, how _______ ?
A
Many
B
Much

Slide 34 - Quizvraag

4. How _______ times have you been to London?
A
Many
B
Much

Slide 35 - Quizvraag

5. Not ______ people know how to spell "awkward" correctly.
A
Many
B
Much

Slide 36 - Quizvraag

Little vs. Few = een beetje / paar
"A little" = ontelbare woorden
a little money, a little water, a little time

"A few" = telbare woorden
a few dollars, a few bottles of water, a few minutes

Little / Few (zonder "a") = weinig

Slide 37 - Tekstslide

Weinig/ een beetje/ een paar
                                                telbaar          niet-telbaar
weinig/  bijna niets        few                 little
een paar/ een beetje     a few             a little
I have a few tests next week. 
Ik heb een paar toetsen volgende week
I have few tests next week.
Ik heb bijna geen toetsen volgende week

Slide 38 - Tekstslide

6. Only _________ students studied for the test.
A
A few
B
A little

Slide 39 - Quizvraag

7. Only ______ films have been made about this subject.
A
A few
B
A little

Slide 40 - Quizvraag

8. The weather has been dry recently. We've had _______ rain.
A
Few
B
Little

Slide 41 - Quizvraag

9. _______ is known about this topic.
A
Few
B
Little

Slide 42 - Quizvraag

10. Most of the town is modern. Only ________ buildings are old.
A
A few
B
A little

Slide 43 - Quizvraag

Individual work / Homework
  • study all grammar of lesson 1.1 + 1.2 --> www.engelsklaslokaal.nl
  • finish Grammar (1.2) assignments 18 - 20 page 21-23
  • finish lesson 1.3 Listening & Watching assignments 26 - 36 (for student without book: lesson 1.3 Listening --> get started/ find out listening/vocabulary/find out watching

Slide 44 - Tekstslide