VORMGEVING KUA: theater en dans analyse

THEATER & DANS ANALYSE 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

THEATER & DANS ANALYSE 

Slide 1 - Tekstslide

Kunst analyseren: wat doe je dan?
Voor alle disciplines moet je iets kunnen zeggen over:
  • Voorstelling/inhoud: wat is er te zien/horen? Wat is het onderwerp/verhaal/thema/idee/concept?
  • Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven/afgebeeld door middel van beeld/ dans/spel/muziek/filmtechniek?
  • Materialen/technieken (bij beeldende kunst) of theatervormgeving (bij podiumkunsten): Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling vormgegeven?

Voor alle disciplines moet je de begrippen kennen waarmee je deze onderwerpen kunt beschrijven. Via magister vind je de online omgeving van de Bespiegeling met drills waarmee je de kunstbeschouwelijke begrippen kunt trainen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

THEATER INHOUD ANALYSE: 
DE 5 W'S 
  • Wie: de personages 
  • Wat: de plot, het conflict, de spanningsopbouw (inleiding, opbouw, climax).
  • Waar: de plaats, ruimte, locatie waar de handeling zich afspeelt.
  • Waarom: het motief, de beweegreden van de handeling (bv.: waarom wil Romeo niet verder leven zonder Julia, ook al betekent dat zijn dood?). 
  • Wanneer: tijd en tijdsverloop

PANTOMIME  >



Slide 4 - Tekstslide

Wat hoort allemaal bij
theatervormgeving?

Slide 5 - Woordweb

THEATER VORMGEVING ANALYSE:

1. SPELVORMGEVING:
Lichaam
Stemgebruik
Mise-en-scène
Speelstijl

2. THEATERVORMGEVING
Locatie
Decor
Kostuum 
Grime & haar
Tekst
Rekwisieten / attributen
Belichting
Geluid / muziek


Rowan Atkinson (Mr. Bean)  >



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

THEATERSPEL (1)

  • Lichaam: mimiek / gebaren en bewegingen / lichaamshouding / handelingen

  • Stemgebruik (spel): volume / accent / klankkleur / intonatie / klemtoon / timing




    Slide 8 - Tekstslide

    THEATERSPEL (2)

      • Mise-en-scène: de plaatsing, beweging en blikrichtingen van acteurs in het speelvak (vergelijkbaar met choreografie bij dans).

      • Speelstijl: bv. slapstick, melodrama, realistisch, (panto)mime, absurdistisch, overacting, underacting



      Slide 9 - Tekstslide

      Lichaam: mimiek / gebaren en bewegingen / lichaamshouding / handelingen

      Slide 10 - Tekstslide

      Stemgebruik: dynamiek (volume) / accent / klankkleur / intonatie / klemtoon / timing

      Slide 11 - Tekstslide

      Mise-en-scène: de plaatsing, beweging en blikrichtingen van acteurs in het speelvak (vgl. choreografie).

      Slide 12 - Tekstslide

      Speelstijl: melodrama, realistisch, over- /underacting, slapstick.

      Welke speelstijl denk je te herkennen?

      Slide 13 - Tekstslide

      Oefenvraag
      In Revue Nègre wordt een voor die tijd (1927) stereotiep beeld van ‘de zwarte Amerikaan’ (toen ‘neger’ genoemd) gegeven. Noem drie vormgevingsaspecten van dit stereotiepe beeld. Betrek zowel de video (theater/dans) als het affiche (beeldend) in je antwoord.

      Slide 14 - Tekstslide

      Slide 15 - Video

      Noem drie vormgevingsaspecten van dit stereotiepe beeld. Betrek zowel de video (theater) als het affiche (beeldend) in je antwoord.

      Slide 16 - Open vraag

      Antwoorden
      Strekking antwoord, drie van de volgende:
      • Het bananenrokje (kostuum)
      • Het halfnaakt zijn (kostuum)
      • Wild dansen met de heupen (lichaam)
      • Het dragen van uitbundige sieraden in de vorm van forse kralenkettingen/armbanden/oorbellen (kostuum)
      • Fysieke kenmerken die uitvergroot worden, zoals de dikke rode lippen van de man op het affiche.

      Slide 17 - Tekstslide

      Dans analyse

      Tijd
      Kracht (energie)
      Ruimte

      (in de volgende video worden ook actie en lichaam besproken)

      Slide 18 - Tekstslide

      Slide 19 - Video

      Slide 20 - Tekstslide

      Slide 21 - Tekstslide

      van het lichaam

      Slide 22 - Tekstslide

      Slide 23 - Tekstslide

      Examenvraag

      Slide 24 - Tekstslide

      Wat vragen ze nou eigenlijk?
      Wat is theatervormgeving?
      Welke aspecten zijn er?
      Wat is de inhoud van dit stuk?
      3 verschillende aspecten combineren met de inhoud

      Slide 25 - Tekstslide


      Slide 26 - Open vraag


      Wat is de invloed van het kostuum op de bewegingen van de danser?

      Slide 27 - Open vraag

      Antwoord
      Strekking antwoord:

      Het kostuum is een lange koker/buis gemaakt van paarse jersey. De bewegingsvrijheid van de danser wordt hierdoor beperkt. 
      Gevolg voor de dansvormgeving: minder variatie in hoogtelagen en richtingen (element ruimte), spanning is meer zichtbaar (in de stof) (element kracht)

      Slide 28 - Tekstslide

      Huiswerk

      Voor de laatste les (voor TW2):
      Lees/ Bestudeer de begrippen en aspecten van Theater, Dans, Film en Muziek (achterin Werkboek van de Bespiegeling, en/of hand-outs)

      Slide 29 - Tekstslide