H10.1 Voeding

Voeding
Bs 1
Thema 10
Chemie van het leven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voeding
Bs 1
Thema 10
Chemie van het leven

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de afbraak van voedingsstoffen beschrijven als een chemisch proces, waarbij de producten als basis kunnen dienen voor het maken van lichaamseigen stoffen.

Je kunt de functie van eiwitten, koolhydraten en vetten in de levende natuur benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

In je lichaam worden continu stoffen afgebroken, getransporteerd en gevormd. Hiertoe heeft je lichaam voedingsstoffen nodig die je binnenkrijgt door te eten, te drinken en te ademen. Je lichaam werkt als kleine chemische fabriek die ook energie moet leveren om al die processen te laten verlopen.

Slide 3 - Tekstslide

Celmembraan
Tijdens de honderden miljoenen jaren van evolutie zijn er allerlei levende wezens of organismen ontstaan die zichzelf door biochemische reacties in stand kunnen houden. Deze reacties vinden in cellen plaats. Elke cel is omgeven door een celmembraan, dat ervoor zorgt dat de juiste beginstoffen bij elkaar blijven en de reactieproducten niet verdwijnen. Het celmembraan bepaalt wat de cel in- en uitgaat.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Spijsvertering
Eiwitten, vetten en koolhydraten leveren de bouwstenen en benodigde energie. Daarnaast zijn er mineralen en vitamines nodig om het systeem goed te laten werken. Het losmaken, opnemen en omzetten van voedingsstoffen in energie en bouwstenen voor het lichaam heet de spijsvertering.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Energie

Slide 9 - Tekstslide

Transport
Vind plaats dmv het bloedsomloop
Hemoglobine zorgt voor transport O2

Slide 10 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn koolstofverbindingen die meestal waterstof- en zuurstofatomen in de verhouding 2 : 1 bevatten, dezelfde verhouding als in water (= hydra in het Grieks). 
 Koolhydraten vind je onder andere in graanproducten, zoals brood en pasta, en in aardappelen, rijst en fruit
De belangrijkste functie van koolhydraten is het leveren van energie

Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
Een tweede belangrijke groep voedingsstoffen zijn de eiwitten. Dit zijn natuurlijke polymeren die zijn opgebouwd uit aminozuren. Eiwitten zitten in dierlijke producten, zoals vlees, vis en melk, en in plantaardige producten, zoals peulvruchten, paddenstoelen en noten 
Net als koolhydraten kunnen eiwitten energie leveren, maar ze worden in het lichaam voornamelijk gebruikt als bouwstoffen. Eiwitten uit het voedsel worden in het lichaam door enzymen afgebroken tot aminozuren. Deze worden in de cellen gebruikt om nieuwe eiwitten te synthetiseren.

Slide 12 - Tekstslide

Vetten
Ook vetten vormen een belangrijk deel van een gezonde voeding. Ze vervullen diverse functies in het lichaam. Net als koolhydraten leveren vetten energie bij verbranding. Omdat vetten slecht oplossen in het bloed verloopt het transport van vet naar de organen via speciale structuren.

Slide 13 - Tekstslide

Gezond eten
Door gevarieerd te eten krijg je alle voedingsstoffen binnen die je nodig hebt om gezond te kunnen leven. Naast voldoende koolhydraten, eiwitten en vetten in de juiste verhouding is het ook belangrijk dat je vitamines, mineralen en vezels binnenkrijgt. Vitamines zijn koolstofverbindingen die onmisbaar zijn bij diverse processen in het lichaam. Zo zijn vitamines nodig bij de stofwisseling, bij de aanmaak van stoffen als hemoglobine en bij de bouw van botten. Mineralen zijn elementen, zoals ijzer en fosfor, die essentieel zijn bij de regulatie van enzymen en hormonen en de bouw van botten en tanden. Je krijgt ze binnen in de vorm van ionen. Vezels zijn vaak koolhydraten die je niet kunt verteren, maar die wel nodig zijn voor een goede darmwerking.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 1 t/m 9
H10.1
Voeding

Slide 16 - Tekstslide