herhaling het weer/grammatica/luisteren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Unit Wie ben ik?

Inquiry Questions

Hoe praat ik over het weer in het Nederlands?

How can I talk about the weather in Dutch?

Hoe vind ik het werkwoord en het onderwerp in een zin?

How do I find the verb and the subject in a sentence?

Schema vandaag/schedule today

Weather

conjugation of verbs in the present tense (tt)

Werkwoorden vervoegen 

conjugating verbs in the present tense (tegenwoordige tijd) 

4 categories:

Stam-en: kijken (to watch)-kijk

Stam-en+klinker: maken (to make)-maak

Stam-en-medeklinker: zeggen (to say)-zeg

Stam-en v-f/z-s: lezen (to read) -lees

Exception:

 Fiets jij naar huis? Jij fietst naar huis.

Loop jij naar huis? Jij loopt naar huis.

In a question the verb is in front of the subject, then you do not add a t. 

Find the verb

Ik heb een kat.

Zij is ziek.

Wij hebben geen kinderen.

Zij koopt een nieuwe fiets.

Waar ben je?

How do you find the verb and subject in Dutch?

https://www.youtube.com/watch?v=OS0GQdPHrcg

Tekst lezen task

Read the text. Highlight or underline the verb. 

enkelvoud (singular) or meervoud (plural)?

Oefeningen (exercises)

Klare taal les 6 (copy)

Phase 2 students: create 3 sentences of your own using the words you have learned. 

https://www.taal-oefenen.nl/taal-groep-6/werkwoorden/tegenwoordige-tijd/stamregel-1-het-woord-verandert-niet/maak-het-rijtje-af-1

Game/spel

Kwartetten