Getallen

14-9-2022
  • Start
  • Rekenen met negatieve getallen
  • Werken aan 1.1
  • Einde
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

14-9-2022
  • Start
  • Rekenen met negatieve getallen
  • Werken aan 1.1
  • Einde

Slide 1 - Tekstslide

3 + -5 =

Slide 2 - Open vraag

-3 + 8 =

Slide 3 - Open vraag

-4 - -10 =

Slide 4 - Open vraag

2 x 8 =

Slide 5 - Open vraag

2 x -8 =

Slide 6 - Open vraag

-3 x 5 =

Slide 7 - Open vraag

-10 x -3 =

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

12 : 3 =

Slide 10 - Open vraag

-21 : 7 =

Slide 11 - Open vraag

-30 : -5 =

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

14-9-2022
  • Start
  • Rekenen met negatieve getallen
  • Werken aan 1.1
  • Einde

Ga aan de slag met de opdrachten van 1.1 op blz. 10, 11 en 12.

Slide 14 - Tekstslide

15-9-2022
  • Start
  • Rekenen met kwadraten
  • Werken aan 1.1 en 1.2
  • Einde

Ga aan de slag met de opdrachten van 1.1 en 1.2.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de vierkant hiernaast?
A
5cm2
B
25cm2
C
20cm2
D
10cm2

Slide 16 - Quizvraag

Kwadraten
Een getal keer zichzelf noem je een kwadraat.
Bijvoorbeeld: 
5 x 5 = 25
6 x 6 = 36
9 x 9 = 81
12 x 12 = 144

Slide 17 - Tekstslide

Kwadraten
Een getal keer zichzelf noem je een kwadraat.
Bijvoorbeeld: 
5 x 5 = 25
6 x 6 = 36
9 x 9 = 81
12 x 12 = 144
Het kwadrateren van 5 = 52 = 5 x 5. 
52 = 25

Slide 18 - Tekstslide

kwadraten
Op je rekenmachine zit de knop x2
Hiermee doe je een kwadraat.

Let op! een kwadraat is niet hetzelfde als keer 2

Slide 19 - Tekstslide

Bereken:
72

Slide 20 - Open vraag

Bereken:
142

Slide 21 - Open vraag

15-9-2022
  • Start
  • Rekenen met negatieve getallen
  • Werken aan 1.1 en 1.2
  • Einde

Ga aan de slag met de opdrachten van 1.1 en 1.2.
Voor maandag moet gemaakt zijn: opdrachten 6 t/m 15 van hoofdstuk 1. 
Deze opdrachten staan op blz. 11 t/m 15 in je boek.

Slide 22 - Tekstslide

19-9-2022
  • Start
  • Wortels
  • Werken aan de weektaak
  • Einde


Slide 23 - Tekstslide

Bereken het kwadraat van 6
A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 24 - Quizvraag

Bereken het kwadraat van -6
A
36
B
-36
C
12
D
-12

Slide 25 - Quizvraag

Wortels
Het kwadraat van 6 is 62.
62 = 36

Slide 26 - Tekstslide

Wortels
Het kwadraat van 6 is 62.
62 = 36
Het tegenovergesteld van een kwadraat heet een wortel
62 = 36 en de      36 = 6 

Slide 27 - Tekstslide

28-9-2022
  • Start
  • Herhaling H1
  • Werken aan herhaling
  • Einde

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

2 x -8 =

Slide 30 - Open vraag

-10 x -3 =

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

12 : -3 =

Slide 33 - Open vraag

-30 : -5 =

Slide 34 - Open vraag

Kwadraten
Een getal keer zichzelf noem je een kwadraat.
Bijvoorbeeld: 
5 x 5 = 25
6 x 6 = 36
9 x 9 = 81
12 x 12 = 144
Het kwadrateren van 5 = 52 = 5 x 5. 
52 = 25

Slide 35 - Tekstslide

Bereken het kwadraat van 8
A
16
B
24
C
64
D
80

Slide 36 - Quizvraag

Bereken het kwadraat van -8
A
16
B
-64
C
64
D
-16

Slide 37 - Quizvraag

Bereken -8
2
A
16
B
-64
C
64
D
-16

Slide 38 - Quizvraag

Bereken (-7)
2
A
14
B
-49
C
49
D
-14

Slide 39 - Quizvraag

Wortels
Het kwadraat van 6 is 62.
62 = 36
Het tegenovergesteld van een kwadraat heet een wortel
62 = 36 en de      36 = 6 

Slide 40 - Tekstslide

Bereken:
64

Slide 41 - Open vraag

Bereken:
64

Slide 42 - Open vraag

Bereken:
12

Slide 43 - Open vraag

Leren voor een wiskundetoets
Lees en leer de theorieblokken uit het hoofdstuk (blz. 32 t/m 37).
Als voorbereiding maak je:
Test jezelf (blz. 30 en 31)
Samenvatting (blz. 32 t/m 37)
Oefentoets (blz. 12 en 13 in je werkboek)

Slide 44 - Tekstslide

28-9-2022
  • Start
  • Herhaling H1
  • Werken aan herhaling
  • Einde

Slide 45 - Tekstslide