Vocab Quiz
Een beitel
A
a beitle
B
a chisel
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Een beitel
A
a beitle
B
a chisel
Slide 1 - Quizvraag
a screwdriver
A
een schroevendraaier
B
een schroefbestuurder
C
een duiker
D
een beitel
Slide 2 - Quizvraag
een (schroef)boormachine
A
a screwdrivermachine
B
a drill
Slide 3 - Quizvraag
een freesmachine
A
a router
B
a frisemachine
Slide 4 - Quizvraag
a planer
A
een (schaaf)machine
B
een agenda
Slide 5 - Quizvraag
a drill bit
A
een boor(tje)
B
Slide 6 - Quizvraag
Schuurpapier
A
Shedpaper
B
Shovelpaper
C
Sandpaper
Slide 7 - Quizvraag
een hamer
A
a hammer
B
a hamer
Slide 8 - Quizvraag
Spijkers
A
Spikes
B
Spikers
C
Clips
D
Nails
Slide 9 - Quizvraag
een lijmklem
A
a clamp
B
a glueclem
Slide 10 - Quizvraag
A level
A
een verdieping
B
hoever je in een spel bent
C
een locatie
D
een waterpas
Slide 11 - Quizvraag
A pen
A pencil
Slide 12 - Sleepvraag
Een stanleymes
Slide 13 - Open vraag
een meetlint / rolmaat
Slide 14 - Open vraag
Een kitpistool
A
a kitgun
B
a kittersgun
C
a caulking gun
D
a caulk gun
Slide 15 - Quizvraag
Een winkelhaak
Slide 16 - Open vraag
A wrench
A
een moersleutel
B
een balk
C
een werktafel
D
een boormachine
Slide 17 - Quizvraag
Een (nijp)tang
A
a niptang
B
a tang
C
a pair of pliers
D
the pliers
Slide 18 - Quizvraag
Name as many safety objects as possible!
(What do you use at work for safety?)
(What do you use at work for safety?)
Slide 19 - Woordweb
a jigsaw
a saw
a circle saw
