H4 Rekenvolgorde en handig rekenen

H4 Rekenvolgorde en handig rekenen
Nodig:
  • Pen + Potlood
  • Laptop              
  • RUITJESschrift
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Rekenvolgorde en handig rekenen
Nodig:
  • Pen + Potlood
  • Laptop              
  • RUITJESschrift

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Oefenopdrachten
  • Uitleg Rekenvolgorde en handig rekenen
  • Aan de slag


Slide 2 - Tekstslide

Reken uit:
5 x (3 + 2) =

Slide 3 - Open vraag

Reken uit:
18 + (12 ÷ 3) =

Slide 4 - Open vraag

Reken uit:
(8x2) ÷ (3 + 1) =

Slide 5 - Open vraag

Uitleg Rekenvolgorde
Rekenvolgorde:
- Haakjes                                                       (10 - 4)     van links -> rechts
- Vermenigvuldigen en delen              x en ÷       van links -> rechts
- Optellen en aftellen                              + en  -       van links -> rechts
Samenvatting

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg Rekenvolgorde
Rekenvolgorde:
- Haakjes                                                 (10 - 4)            van links -> rechts
- Vermenigvuldigen en delen         x en ÷            van links -> rechts
- Optellen en aftellen                         + en -              van links -> rechts
Samenvatting
Voorbeeld opdrachten
                3 + 4 x 9 =
(x en ÷)  3 +   36   =
(+ en -)       3 + 36 = 39
                  18 ÷ 9 x (16 - 9) =
(haakjes) 18 ÷ 9 x      7     =
(x en ÷)         2     x      7     =
(x en ÷)                     2 x 7  = 14 

Slide 7 - Tekstslide

BIJ OPDRACHTEN:
ALTIJD TUSSENSTAPPEN

Geef het goede voorbeeld
10 x (5 + 2) =
10 x 5 + 2 = 
6 : 2 x 5 =
(13 - 5) : (4 - 2) =

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg Handig rekenen
Morgen: Paragraaf 3 'Handig rekenen'

Nu: Uitleg over Paragraaf 3.5

Slide 9 - Tekstslide

Bereken:
3 x 3

Slide 10 - Open vraag

Uitleg Handig rekenen
Stel ik doe:
3 x 3 = ?
Dit kan ik opschrijven als 
Dit spreek je uit als 'drie kwadraat'

Dus
32
32=3×3=9

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg Handig rekenen
Stel ik doe:
3 x 3 = ?
Dit kan ik opschrijven als 
Dit spreek je uit als 'drie kwadraat'

Dus
32
32=3×3=9
Samenvatting
Kwadraat: 
Hetzelfde getal keer zichzelf

Bijvoorbeeld:
32=3×3=9
52=5×5=25

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg Handig rekenen
Overzicht kwadraten tot en met 10:
Je hoef dit NIET uit je hoofd te leren (mag wel)

12=1×1=1
22=2×2=4
32=3×3=9
42=4×4=16
52=5×5=25
62=6×6=36
72=7×7=49
82=8×8=64
92=9×9=81
102=10×10=100

Slide 13 - Tekstslide

Bereken het kwadraat:

12

Slide 14 - Open vraag

Bereken het kwadraat:

52

Slide 15 - Open vraag

Bereken het kwadraat:

62

Slide 16 - Open vraag

Bereken het kwadraat:

92

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
  • Ga naar BetterMarks
  • Maak alle opdrachten onder 'Huiswerkopgaven'
  • Paragraaf 2 en 3 zijn huiswerk voor volgende week woensdag

Morgen een oefentoets (dus geen cijfer) over dit hoofdstuk
Volgende week gaan we verder met hoofdstuk 6

Slide 18 - Tekstslide