Ostern

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Herzlich Willkommen

Achtung:

Starte deinen Laptop und mach mit bei diesem kleinen Ostern-Quiz!

Heute:

Kijk-luistervaardigheid:

Leerdoel: Ik kan een Duitse video over pasen verstaan en vragen over deze video beantwoorden

Was weißt du schon
über Ostern?

Was wird traditionell in den 40 Tagen zwischen Aschermittwoch (Karneval) und Ostern gemacht?

1. gefeiert
2. gefastet
3. gegessen
4. getrunken

Palmsonntag

Gründonnerstag

Karfreitag

Karsamstag

Ostersonntag

Goede Vrijdag

Zondag voor pasen

Witte Donderdag

Stille/Paas Zaterdag

1ste Paasdag

Wo kommen die Ostereier her? 

Sehe dir den Film an und beantworte die Fragen auf  Niederländisch.

Frage 1

Was kann Helma nicht? 

Frage 2

Warum müssen die Hühner ihr erstes Ei mitbringen? 

Frage 3

Was macht Helma alles um weiße Eier zu bekommen? 

Frage 4

Was macht Helma, damit sie doch ein weißes Ei bekommt? 

Frage 5

Was macht Helma mit den restlichen Eiern? 

Frage 6

Wie findet die Lehrerin  Helmas weiße Ei? 

Frage 7

Was fragt die Lehrerin an den anderen Tieren und was antworten sie? 

Frage 8

Wer hat die Eier versteckt? und was sagt die Kuh? 

Frage 8

Was passiert mit Helmas Ei?

Frage 9

Welche Farbe hat ihr neu gelegtes Ei?

Frage 10

Was macht Helma, damit es doch jedes Jahr Ostereier gibt? 

Kontrolliere deine Antworten....

1. Ze kan geen witte eieren leggen.

2. Zodat zij naar de volgende klas mag gaan.

3. Ze eet rijst, ze drinkt melk, ze droomt over witte eieren.

4. Ze kleurt haar ei wit. 

5. Ze verkleedt zich als haas en verstopt de eieren. 

6. Heel mooi en ze feliciteert Helma. 

7. lerares: Wat doen jullie daar? dieren: Wij zoeken paaseieren. 

8. lerares: Kip, koe: een vreemde haas

9. het ei is wit

10. Ze kleurt haar eieren en verstop ze. 

Wat is de betekenis van het Duitse spreekwoord Mein Name ist Hase ?

Antwoord

In 1855 uitgesproken door de Duitse rechtenstudent Victor von Hase.

Betekenis:

* Ik weet er niets van.

* Ik heb er niets mee te maken

* Laat mij er buiten.

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.

gelb

blau

schwarz

grau

rot

grün

lila

orange

rosarot

braun

Het werkwoord frühstücken

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

frühstücke

frühstückt

frühstückt

frühstücken

frühstückst

frühstücken