V4 - macht - KA 17 - 2021

KA 17
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

KA 17

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Huiswerk vorige les
Even terug kijken naar het verhaal van Rollo
Begrippen leren kennen
Voorbeeld Frankrijk en voorbeeld de Bourgondiërs 
Zelf aan het werk & wel deze les inleveren: vragen over de Bourgondiërs en de Fransen



Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1

Mysteriespel Hanzesteden

Didrik Brandt (of Diedric Brant) is een Nederlandse schipper die stierf op 7 september 1368 in Skanor in Denemarken. Het lichaam van Brant is met veel pracht en praal in de St. Olafskerk te Skanor bijgezet.

Jullie gaan uitzoeken hoe Didrik in Skanor terecht kwam en wat de Hanze daarmee te maken had.


Daartoe krijgen jullie per groepje een enveloppe met 22 strookjes papier. Op die strookjes staat informatie die jullie kan helpen bij het oplossen. Niet elk strookje is even informatief of relevant. Dat moet je als groepjes dus gaan bepalen.
Opdracht 2

Opdracht Oostzeehandel

Beantwoorde de vragen.
Bekijk de cijferbronnen goed.
Vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
De betekenis van de begrippen staatsvorming en centralisatie leren kennen en deze woorden leren toepassen.
Oefenen: Dingen kunnen opnoemen die je nodig hebt als land om te kunnen centraliseren

 Uit kunnen leggen waarom staatsvorming in de West-Europese landen verschillend verliep
Kunnen noemen welk land het sterkst centraliseerde en welk land het minste centraliseerde.
Een voorbeeld kunnen noemen van het eerste nationalisme dat in West-Europa ontstond. 

Slide 4 - Tekstslide

2 eeuwen later...

Slide 5 - Tekstslide


Staatsvorming
Centralisatie

Slide 6 - Tekstslide

Staatsvorming

Slide 7 - Woordweb

Centralisatie

Slide 8 - Woordweb

Frankrijk rond 1500
  • Franse koning machtigste man van Franrijk
  • Tienduizende huursoldaten
  • Heft in zijn hele land belastingen
  • Maakt wetten die geldig zijn in zijn hele land
  • Regeert vanuit Parijs

Slide 9 - Tekstslide

Lodewijk XI
  • Karels zoon Lodewijk XI zet centralisatie door:
  • - Steunt trouwe adel met geld en macht
  • - Straft niet trouwe adel
  • - Steunt burgers tegen adel 
  • - Speelt edelmannen tegen elkaar uit
HOE DOET DIE MAN DAT?!
Easy. Ik ga het je vertellen

Slide 10 - Tekstslide

Rijk Karel de Grote
2 landen ontstaan uit het rijk van Karel de Grote: Frankrijk en Duitsland

Slide 11 - Tekstslide

Centralisatie
Door feodalisme had koning weinig macht
Honderdjarige Oorlog: meeste machtige edelmannen dood
Machtigste concurrent: hertog van Bourgondië 
Centralisatie Karel VII:
- Adviesraad toegankelijk voor burgers
- Belasting hervormingen (meer geld)
- Professioneel staatsleger
- Karel benoemt bisschoppen ipv paus

Slide 12 - Tekstslide

Lodewijk XI
Karels zoon Lodewijk XI zet centralisatie door:
- Steunt trouwe adel met geld en macht
- Straft niet trouwe adel
- Steunt burgers tegen adel 
- Speelt edelmannen tegen elkaar uit

Slide 13 - Tekstslide

Hoe trok Lodewijk XI de macht naar zich toe?

Slide 14 - Open vraag

Honderdjarige Oorlog. 
De legendarische strijd tussen Frankrijk en Engeland
Legde de basis voor het nationalisme in beide landen
Koningen krijgen steun van edelen en steden!

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan het werk
We kijken eerst een stukje uit De Wereld Draait Door
Aan het einde stelt Mathijs van Nieuwkerk de vraag: "wie zijn de Bourgondiërs?"
Daar gaan de volgende 3 vragen over.
Je geeft antwoord op deze vragen in de vraagboxjes van LessonUp

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Een middeleeuwse miniatuur van Filips de Goede: een Bourgondische hertog die voor het eerst vertegenwoordigers van al zijn gewesten bij elkaar liet komen op een centrale plaats om daar gezamenlijk te vergaderen.
Leg uit dat deze bron zowel gebruikt kan worden om continuïteit als verandering ten opzichte van het feodale stelsel te illustreren.

Slide 18 - Open vraag

Eindvraag: Noem 4 kenmerken van de centralisatie die de Franse koningen rond 1500 hadden doorgevoerd

Slide 19 - Open vraag

Deze les
De betekenis van de begrippen staatsvorming en centralisatie leren kennen en deze woorden leren toepassen.
Oefenen: Dingen kunnen opnoemen die je nodig hebt als land om te kunnen centraliseren

 Uit kunnen leggen waarom staatsvorming in de West-Europese landen verschillend verliep
Kunnen noemen welk land het sterkst centraliseerde en welk land het minste centraliseerde.
Een voorbeeld kunnen noemen van het eerste nationalisme dat in West-Europa ontstond. 

Slide 20 - Tekstslide