Week 16- Les 1

Week 16
Unit 5 Orders are Orders
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 16
Unit 5 Orders are Orders

Slide 1 - Tekstslide

TO DO
Recap Grammar: bezitsvorm
Finish the exercises from Unit 5

Slide 2 - Tekstslide

Grammar: bezitsvorm
Bezit van personen, dieren of tijdseenheden:    's        -             ' 

De fiets van Tom. > Tom's bike.
De vacht van mijn kat. > My cat's fur.
De auto van James. > James' car
De bijeenkomst van morgen. > Tomorrow's meeting.

Nederlands: bezit + van + eigenaar     (  De fiets van Tom)
Engels: eigenaar + 's / ' + bezit   ( Tom's bike)

Slide 3 - Tekstslide

Grammar: bezitsvorm
Bezit van dingen/ steden / landenof

Een kaart van London. > A map of London.
De ramen van de kamer. > The windows of the room.
De hoofdstad van Duitsland. > The capital of Germany.

Slide 4 - Tekstslide

Welke bezitsvorm is juist?
A
The palace of the Queen.
B
The Queen's palace.

Slide 5 - Quizvraag

Welke bezitsvorm is juist?
A
The boy's bike
B
The bike of the boy

Slide 6 - Quizvraag

Welke bezitsvorm is juist?
A
The dog's tail
B
The tail of the dog

Slide 7 - Quizvraag

Welke bezitsvorm is juist?
A
The car's door
B
The door of the car

Slide 8 - Quizvraag

Welke bezitsvorm is juist?
A
Rome's mayor
B
The mayor of Rome

Slide 9 - Quizvraag

Grammar: Answers
1. Jane's house
2. The title of the book 
3. The director of the film
4. My brother's wife
5. The boy's name
6. The girls' school
7. The children's parents
8. The cause of the problem
9. The top of the page
10. The name of the street
11. The men's work
12. The waitress' job
13. The key of the car

Slide 10 - Tekstslide

Unit 5 
Finish exercise 4 , 6 , 7 , 10 ,11 , 15 , 18 , 21 , 22, important words and phrases

We're checking the answers tomorrow at the end of the lesson.

Slide 11 - Tekstslide