In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Zakelijke brief
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je de opzet van een zakelijke brief vertellen.
Aan het eind van de les kan je een zakelijke brief schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer schrijf je een zakelijke brief? Geef minimaal één voorbeeld.
Slide 3 - Open vraag
zakelijke brief
Je schrijft een zakelijke brief als je een boodschap aan een persoon of instantie moet overbrengen. Met een zakelijke brief kun je bijvoorbeeld informatie vragen of geven, een klacht uiten of een verzoek doen. De toon van een zakelijke brief is formeel. Je verstuurt een zakelijke brief per e-mail of per post.
Slide 4 - Tekstslide
In welke stijl schrijf je een zakelijke brief?
A
Formeel
B
Informeel
Slide 5 - Quizvraag
Wat woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk
Slide 6 - Quizvraag
Voorbereiden
Voordat je een zakelijke brief schrijft, stel je jezelf dezelfde vragen als bij een kort bericht. Je beantwoordt die vragen nu niet in je hoofd, maar op papier.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Een zakelijke brief schrijven
Een zakelijke brief heeft een vaste opbouw:
In de eerste alinea beschrijf je kort de situatie. Dit kan de aanleiding van of de reden voor de brief zijn.
In de volgende alinea’s licht je die situatie toe. Dat doe je aan de hand van de punten die je hebt opgeschreven tijdens de voorbereiding van de brief. Je werkt die punten uit en zet ze in een logische volgorde, zodat de informatie goed op elkaar aansluit. Daarna maak je duidelijk wat je van de ontvanger wilt.
In de laatste alinea sluit je je brief af met een passende slotzin. In deze slotzin bedank je de ontvanger, schrijf je dat je een reactie verwacht of dat je hoopt dat je voldoende informatie hebt gegeven.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke brief?
A
Hoi
B
Hallo
C
Geachte
D
Geen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Later!
Slide 11 - Quizvraag
Hoe schrijf je plaats & datum?
A
Eindhoven, 10-01-2021
B
Eindhvn, 10 januari 2021
C
eindhoven, 10 Januari 2021
D
Eindhoven, 10 januari 2021
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.
Plek 3
Plek 2
Plek 1
Plek 4
Plek 5
Geadresseerde
Plaats, datum
Afzender
Onderwerp
Aanhef
Slide 15 - Sleepvraag
Welke onderdelen zitten in alle zakelijke brieven?
A
argument voor
B
argument tegen
C
stelling
D
inleiding, kern, slot
Slide 16 - Quizvraag
Waaraan zie je dat een nieuw alinea begint?
A
Het eerste woord wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.
Slide 17 - Quizvraag
Hoe geef je het onderwerp aan?
A
Onderwerp:
B
Deze brief gaat over:
C
Betreft:
D
Het onderwerp hoef je niet aan te geven.
Slide 18 - Quizvraag
Je schrijft een e-mail aan een tijdschrift. Je bent al jaren lid, maar vindt het te kinderachtig worden. Je wil je abonnement opzeggen. Schrijf het onderwerp op:
Slide 19 - Open vraag
Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt. Schrijf het onderwerp op:
Slide 20 - Open vraag
Een zakelijke brief begint met 'Hoi Karin Smit'. Dit is geen goede aanhef voor een zakelijke brief. Schrijf hieronder de juiste aanhef op.
Slide 21 - Open vraag
Een zakelijke brief eindigt met 'Groeten, Frits de Jong'. Dit is geen goede groet voor een zakelijke brief. Schrijf hieronder de juiste groet op.
Slide 22 - Open vraag
Geef één tip voor het schrijven van een zakelijke brief
Slide 23 - Woordweb
HUISWERK!
Studiereader Deviant
Thema 2 hoofdstuk 4 Schrijven,
theorie 2 en 3; Een zakelijke brief schrijven
theorie 2, opdracht 7 en 8
theorie 3, opdracht 9, 10, 11 en 12
Slide 24 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je de opzet van een zakelijke brief vertellen.
Aan het eind van de les kan je een zakelijke brief schrijven.