BK1A, woordenschat, ma 25/10

Welkom BK1A!
Boek en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom BK1A!
Boek en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat weet je nog?
- Opdrachten bespreken
- Samen maken!
- Zelf aan de slag
- Quizlet?


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Een heeeeele tijd geleden (dus voor het trefbaltoernooi en muziekbingo) hebben wij een les gehad over woordenschat.

Toen hebben we het gehad over twee dingen:
Synoniemen 
Antoniemen

Wie kan uitleggen wat wat is? 

Slide 3 - Tekstslide

Synoniem
Een synoniem is een ander woord dat hetzelfde betekent. 

Vul in: 
kwaad -  ...
explosie -  ...
intelligent - ...
absent - ... 

Slide 4 - Tekstslide

Antoniem
Een antoniem is een ander woord dat het tegenovergestelde betekent.

Bijvoorbeeld:
licht - ...
moeilijk - ...
dag - ...
gezond - ... 
lelijk - ... 

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 2 en 3 (blz. 25 en 26)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2 (blz. 29)
  • constant
  • reageert
  • speciale
  • toegevoegd
  • mogelijkheid
  • aangeven
  • direct
  • ingewikkeld
  • uiteraard
  • iets bespreken
  • verzenden
  • verwijderen
  • veroorzaken

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3 (blz. 26)
  • verwijderd                             weggehaald

  • ingewikkelde                          moeilijke

  • reageerde                                antwoordde 

  • speciale                                   bijzondere

  • uiteraard                                 natuurlijk

  • mogelijkheid                         keuze 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4 (blz. 30)
Pak je boek en schrijf mee! We maken alvast een start met opdracht 4. 



Slide 9 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 5-7 (blz. 31)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier 10 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag. 
Klaar? Ga dan lezen in je leesboek. 



timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Quizlet

1. Ga naar Quizlet.live 
2. Vul de code in
3. Log in met je EIGEN naam
4. Wacht totdat het spel begint. 
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Woorden die synoniemen zijn
Woorden die antoniemen zijn
zwak-sterk
ziek-gezond
razend-woest
brein-hersenen
traag-langzaam
netjes-slordig

afwezig-absent
present-absent

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Mindmap
1. Je gaat je mindmap verder uitbreiden.
2. Je gebruikt hiervoor de nieuwe informatie 
uit het boek. Welke personen? Welke plaatsen? Wat gebeurde er?
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Startopdracht 
(blz. 46)

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg 5W+1H-vragen
Als je een tekst of een verslag gaat maken is het handig om je informatie alvast op een rijtje te zetten. Dit doe je eigenlijk door antwoord te geven op 6 vragen:
  1. Wie?
  2. Wat?
  3. Waar?
  4. Wanneer?
  5. Waarom?
  6. Hoe?


Als je de informatie hebt verzameld, kan je een tekst schrijven. Eerst vertel je het belangrijkste. Later komen waarom en hoe naar voren. 

Slide 16 - Tekstslide



  1. Wie?
  2. Wat?
  3. Waar?
  4. Wanneer?
  5. Waarom?
  6. Hoe?
  1. Alle eerste klassen van Huygens umbriëllaan + docenten.
  2. We gingen met z'n allen op brugklaskamp. (hier kan je natuurlijk heel veel vertellen!
  3. Het kamp was in Egmond-Binnen
  4. 15-17 september
  5. We gingen op brugklaskamp om elkaar beter te leren kennen
  6. We gingen op de fiets naar Egmond en met de bus naar Duinrell. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2 (blz. 47)
Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?
timer
7:00

Slide 18 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak de opdracht 3 (blz. 47). Vraag 6 en 7 mag je overslaan
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw. Wordt het te luid? Dan gaat het stoplicht op rood en mag je niet praten. 
Tijd? Je hebt hier de rest van de les de tijd voor
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. 
Klaar? Steek je vinger omhoog, dan kom ik bij je



timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Schrijven
Bij schrijven krijg je een eindopdracht waarvoor je een cijfer krijgt dat 1x meetelt. 

De eindopdracht krijg je volgende week maandag, maar vandaag gaan we alvast oefenen met de opdracht. Je gaat de opdracht namelijk niet schrijven, maar... typen!

Slide 20 - Tekstslide

Schrijven
Je maakt de opdracht in Teams. Als het goed is, hebben jullie allemaal een account voor teams waarbij je kan inloggen. 

In de opdracht staat precies wat moet je doen. Je kan in het document in Teams gelijk typen. Dit zorgt ervoor dat je geen gedoe hebt met inleveren en dat ik direct kan kijken wat je doet. 


Slide 21 - Tekstslide

Schrijven... maar dan typen
  1. Pak allemaal een Chromebook
  2. Gebruik de Chromebook als gast
  3. Ga naar Teams.Microsoft.com
  4. Ga naar het team KT1D Ne (dit staat voor Nederlands)
  5. Klik op opdrachten
  6. Klik dan op Nederlands oefenopdracht KT1D
  7. Klik op de opdracht en zie de instructie
  8. Klik op het document: KT1 oefenopdracht schrijven en maak hierin de opdracht!

Slide 22 - Tekstslide

Pauze

Slide 23 - Tekstslide

Toets bespreken
- Tel je punten goed na!

- Ik vertel het antwoord en het aantal punten dat je kon halen. 

- Heb je een vraag over jouw antwoord?
Zet dan met potlood er een uitroepteken bij
Kom dan NA de bespreking bij me

Slide 24 - Tekstslide

Raadgedicht
We gaan zo een gedicht lezen, in het gedicht ontbreekt een woord. 

Als we het juiste woord raden, kunnen we een poëziepakket winnen! :-)

Slide 25 - Tekstslide

Mindmap
1. Je gaat je mindmap verder uitbreiden.
2. Je gebruikt hiervoor de nieuwe informatie 
uit het boek. Welke personen? Welke plaatsen? Wat gebeurde er? 
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Samen aan de slag!
opdracht 3 (blz. 51)

Slide 27 - Tekstslide

Woordweb maken
We gaan zo een video kijken. De video gaat over 'The Blind Run'

1. Je krijgt een papiertje 
2. In het midden schrijf je; 'The Blind Run'
3. Om het woord heen schrijf je, tijdens het kijken van de video,  minimaal 7 woorden over The Blind Run op

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Samen maken!
Opdracht 3 (blz. 14-15) 

We maken de opdracht samen. Je schrijft mee zodat het goed in jouw schrift staat! 

We maken vraag 2 t/m 8


Slide 30 - Tekstslide

Keuze A

Vind je Nederlands nog best moeilijk
Wat?: opdracht 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: zachtjes overleggen
Klaar? Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek




Keuze B

Vind je Nederlands best makkelijk?
Wat?: opdracht 4* & 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: probeer het eens alleen! Vraag daarna je buurman of buurvrouw.
Klaar?: Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek. 

timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Hoe ging het?

Wat vond je lastig, wat vond je makkelijk?


Slide 32 - Tekstslide