2MH2 U2 Lesson 4 past continuous

Welcome 2MH2
What do you need this lesson:
Book, pen

Today:
- Worksheet: grammar recap
- Lesson 4: past simple & past continuous

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome 2MH2
What do you need this lesson:
Book, pen

Today:
- Worksheet: grammar recap
- Lesson 4: past simple & past continuous

Slide 1 - Tekstslide

Grammar recap
Degrees of comparison & much/many

Lees de uitleg op het werkblad en maak de opdrachten.

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik herken de verleden tijd. 
- Ik kan onderscheid maken tussen een past simple en een past continuous. 
- Ik kan de past continuous en de past simple toepassen. 

Slide 3 - Tekstslide

The past

Slide 4 - Tekstslide

Past simple

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Past continuous

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Past continuous wordt vaak samen met de past simple gebruikt. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Past Simple vs. Past Continuous
Wanneer gebruik je Past Continuous?

  • Je gebruikt de Past Continuous om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje duurde of een tijdje aan de gang was. 

  • Het verschil met de Past Simple is dus dat de Past Simple gaat om een moment, terwijl de Past Continuous gaat over een langere gebeurtenis


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Get to work
Lesson 4: speaking
Exercise 43 & 44
Page 77/78

Slide 25 - Tekstslide

QUIZ


Past simple & past continuous

Slide 26 - Tekstslide

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord

Slide 27 - Quizvraag

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 28 - Quizvraag

Past Simple:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 29 - Quizvraag


Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets een tijdje bezig of aan de gang was in het verleden.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 30 - Quizvraag

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
was/were hele ww+ -ing
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 31 - Quizvraag

Past Continuous:
Welke zin staat in de Past continuous?
A
They were living in poverty.
B
They are living in poverty.
C
They lived in poverty.
D
They have been living in poverty.

Slide 32 - Quizvraag

Past simple or Past continuous?

I was having a shower yesterday.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 33 - Quizvraag

Past simple or past continuous?

Was Andrew playing computer games?
A
Past Continuous
B
Simple Past

Slide 34 - Quizvraag

Past simple or past continuous?

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Past continuous

Slide 35 - Quizvraag

Fill in the past continuous:
I ________ (learn) so much about sailing on our holiday to Greece.

Slide 36 - Open vraag

Past continuous:

He __________________ (sing) a song.

Slide 37 - Open vraag

Fill in the past continuous:
They ________ (watch) the performance.

Slide 38 - Open vraag

Fill in the past continuous:
We ________ (learn) the past continuous.

Slide 39 - Open vraag

Fill in the past continuous:
We ________ (skate) for hours yesterday.

Slide 40 - Open vraag

Fill in the past continuous:
He ________ always ________(wait) for his friend.

Slide 41 - Open vraag

She ______ home when the accident ______ (drive / happen)

Slide 42 - Open vraag

I ______ a film when the telephone ______. (watch / ring)

Slide 43 - Open vraag

We ______ (have) dinner when the doorbell ______(ring).

Slide 44 - Open vraag

The dog ______ (walk) a round in the neighbourhood when it ______ (start) to rain.

Slide 45 - Open vraag

I understand past continuous and can use it in a sentence.
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll