H6 Straling herhaling

Straling Herhaling
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Straling Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Welk soort straling heeft een golflengte tussen 10 nm en 0,01 nm
A
Zichtbaar licht
B
radiogolven
C
röntgenstraling
D
gammastraling

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de snelheid van elektromagnetische golven zoals radiosignalen?
A
3,0*10^8 m/s
B
343 m/s
C
oneindig groot
D
hangt af van de temperatuur

Slide 3 - Quizvraag

Welke van deze zijn natuurlijke stralingsbronnen?
A
🌞
B
💡🔦
C
👱‍♀️👱‍♂️
D
📞

Slide 4 - Quizvraag

α-straling                      β-straling                       γ-straling
Doordringend vermogen (DV):
Zet de juiste eigenschap bij de juiste soort straling
Laag DV
Matig DV
Hoog DV

Slide 5 - Sleepvraag

Bij welke behandeling mag Lotte geen borstvoeding meer geven?
A
Na het maken van een röntgenfoto
B
Na uitwendige bestraling van een tumor
C
Na het innemen van een bèta-bron voor chemotherapie
D
Na een kuur met ultravioletstraling

Slide 6 - Quizvraag

Röntgenstraling wordt door je spieren sterk geabsorbeerd, terwijl je botten bijna alle straling doorlaten.
A
waar
B
onwaar

Slide 7 - Quizvraag

Waarom moet radioactief afval opgeslagen worden?
A
De stoffen hebben een grote halveringstijd, dus ze blijven lang radioactief
B
De stoffen hebben een kleine halveringstijd, dus ze zenden heel veel straling uit
C
De stoffen zorgen voor opwarming van de aarde als ze in de atmosfeer komen
D
Deze stoffen zorgen voor het gat in de ozonlaag, daarom worden ze tegenwoordig opgeslagen

Slide 8 - Quizvraag

Niet alle soorten straling zijn even gevaarlijk.
Welke straling is het gevaarlijkst bij bestraling van buitenaf?

A
alfastraling
B
bètastraling
C
gammastraling

Slide 9 - Quizvraag

Neon-24 heeft een halfwaardetijd van 15 uur. Je begint met 4,0 gram neon-24.
Hoeveel gram neon-24 is er na 60 uur nog over?

A
1,0 gram
B
2,0 gram
C
0,25 gram
D
0 gram

Slide 10 - Quizvraag

Als je wilt beschermen tegen straling.
Welke 3 voorzorgsmaatregelen zijn er:

Slide 11 - Open vraag

Rontgenstraling gaat makkelijk door spieren heen. Er is dan sprake van:
A
Extractie
B
Transmissie
C
Absorbtie
D
Reflectie

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor straling is het makkelijkst te stoppen?
A
Rontgenstraling
B
Alfastraling
C
Betastraling
D
Gammastraling

Slide 13 - Quizvraag

Cesium-137 heeft een halveringstijd van 30 jaar.
Hoeveel % is er na 90 jaar over?
A
0 %
B
33 %
C
6,25 %
D
12,5 %

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN ioniserende straling
A
infrarood
B
alpha-straling
C
gamma-straling
D
beta-straling

Slide 15 - Quizvraag

Alfa- en betastraling bestaan uit ...
A
elektromagnetische golven
B
kerndeeltjes of elektronen
C
atomen
D
moleculen

Slide 16 - Quizvraag

Om welke soort straling gaat het bij dit verval?
A
alfa straling
B
beta straling
C
gamma straling

Slide 17 - Quizvraag

Een atoom heeft 78 protonen en 112 neutronen. Wat is het atoomnummer en wat is het massa getal van dit atoom?
A
atoomnummer = 78 massagetal = 156
B
atoomnummer = 156 massagetal = 78
C
atoomnummer = 190 massagetal = 156
D
atoomnummer = 78 massagetal = 190

Slide 18 - Quizvraag

Er is aluminium met atoomnummer 27 en met atoomnummer 28.
De atoomsoorten verschillen in het aantal.......................................
in de kern.
A
Protonen
B
Neutronen
C
Elektronen
D
Atoomnummer

Slide 19 - Quizvraag

Als er een neutron bij komt dan...
A
Wordt het atoomnummer hoger
B
Wordt het atoomnummer lager
C
Wordt het massagetal hoger
D
Wordt het massagetal lager

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

In het ziekenhuis krijgt iemand voor
onderzoek een hoeveelheid I-131 ingespoten.
De halveringstijd van I-131 is 8 dagen.
Na hoeveel dagen is er nog 12,5  % van de I-131 over?

100%  --->  50%  --->  25%  --->  12,5% (--->  6,25%  ---> etc)
             8d        +       8d      +       8d
Dus na 24 d is er nog 12,5% van de I-131 in het lichaam actief.

Slide 22 - Tekstslide

In het ziekenhuis krijgt iemand voor onderzoek
een hoeveelheid I-131 ingespoten.
De halveringstijd van I-131 is 8 dagen.
Hoeveel % van de I-131 is er na 20 dagen nog over?

Slide 23 - Open vraag

In een voorwerp is een radioactieve stof met
een halveringstijd van 5700 jaar verwerkt.
Op dit moment wordt er nog 3% van de oorspron-kelijke straling gemeten. Hoe oud is dit voorwerp?
A
ongeveer 28000 jaar
B
ongeveer 28500 jaar
C
ongeveer 29000 jaar
D
meer dan 29000 jaar

Slide 24 - Quizvraag

Hebben jullie vragen?

Slide 25 - Tekstslide