GS 5.3: Koningen en de edelen (Dylan)

- stadsrechten
- stadsbestuur
  

1) Hoe gingen koningen om met ongehoorzame leenmannen?
2) Hoe kreeg de Franse koning meer macht in zijn land

-Instructie over deze les middels Lessonup 
HB: blz 88 en 89, WB blz 118 t/m 120
Maken opdr: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9

Kan ik antwoord geven op de 2 doelen die gesteld zijn?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

- stadsrechten
- stadsbestuur
  

1) Hoe gingen koningen om met ongehoorzame leenmannen?
2) Hoe kreeg de Franse koning meer macht in zijn land

-Instructie over deze les middels Lessonup 
HB: blz 88 en 89, WB blz 118 t/m 120
Maken opdr: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9

Kan ik antwoord geven op de 2 doelen die gesteld zijn?

Slide 1 - Tekstslide

De Middeleeuwen
Koningen en edelen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de koningen omgingen met ongehoorzame edelen, en op welke manier de Franse koning meer macht kreeg.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van...
leenmannen?

Slide 4 - Woordweb


De Guldensporenslag (1)



  • De graaf van Vlaanderen, een rijk gewest, was leenman van de Franse koning
  • De graaf trok zich maar weinig aan van de Franse koning.
  • De koning stuurde daarom een leger naar Vlaanderen.
  • Hij wilde graag dat de rijke Vlaamse steden, zoals Gent en Brugge, zich bij hen zouden aansluiten.
  • Daarom beloofde hij hen belastingverlaging als zij zich bij hem zouden aansluiten
Brugge was in de Middeleeuwen een van de rijkste steden van Vlaanderen. Omdat Brugge tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) nauwelijks is beschadigd, kun je ook nu nog (delen van) de middeleeuwse stad bekijken.

Slide 5 - Tekstslide


De Guldensporenslag (2)



  • De belastingverlaging gold niet voor arme burgers. Daarom steunden zij de Vlaamse Graaf.
  • In 1302 werd de ruzie uitgevochten. 
  • Ondanks minder paarden en wapens werd het Franse ridderleger verslagen
  • Na het gevecht vonden de overwinnaars op het slagveld honderden gouden sporen van gesneuvelde Franse ridders. 
  • Hieraan dankt deze veldslag de naam Guldensporenslag.
Sporen zijn de kleine metalen punten die ruiters aan hun laarzen dragen om een paard ‘aan te sporen’.

Slide 6 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog (1)


  • De koning van Engeland, Edward III, bezat een enorm gebied in Zuidwest-Frankrijk (Aquatanië).
  • Officieel had hij dit gebied in leen van de Franse koning Filips VI: hij was dus leenman van de koning
  • Deze wilde het gebied terug hebben. 
  • Edward III wilde dit voorkomen (en koning van Frankrijk worden) en stuurde in 1337 zijn leger naar Frankrijk: het begin van de Honderjarige Oorlog
Hoewel hij slechts een leenman was van de Franse koning, was Edward eigenlijk de baas in een stuk van Frankrijk: het rode stuk in het zuidwesten van het land.

Slide 7 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog (2)


  • Hoewel het Franse leger veel groter was, won het Engelse leger de eerste gevechten. 
  • In 1356 werd de Franse koning Jan II zelfs gevangen genomen tijdens de Slag bij Poitiers.
  • Edward veroverde al snel grote delen van Frankrijk, maar rond 1360 liep het Engelse leger vast en kwam er een wapenstilstand.
De Engelse longbows waren veel effectiever dan de Franse kruisbogen. Met hun grote handbogen konden die in hoog tempo pijlen op de Fransen afschieten, die zelfs een harnas konden doorboren. De Slag bij Crecy (1346) werd daarom door het Engelse leger gewonnen.

Slide 8 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog (3)


  • In de jaren die volgen, laait de strijd regelmatig weer op, waarbij zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
  • Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen: grote delen van het land zijn door de Engelsen veroverd.
  • Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter de verslaan bij Orléans: vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
  • In 1453 is de Honderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.

Slide 9 - Tekstslide

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Toen ze 13 was, hoorde ze stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • Karel VII gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij een heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne was een dertienjarig Frans meisjeToen ze dertien jaar was, hoorde ze stemmen in haar hoofd die haar zeiden dat ze de stad Orléans van de Engelsen moest bevrijden. De stemmen kwamen van God, geloofde Jeanne. Zonder het aan haar ouders te vragen, ging ze naar een stad in de buurt. Daar verbleef een Franse generaal, wist ze. Hij stuurde Jeanne naar de Franse koning Karel VII. Deze geloofde haar, en liet Jeanne een grote groep soldaten leiden. Met dit leger had Jeanne, toen pas zeventien jaar, veel succes. Maar een jaar later werd ze gevangengenomen en aan de Engelsen verkocht. Die sloten haar op en begonnen een rechtszaak tegen haar. Volgens de rechter waren de stemmen die Jeanne hoorde van de duivel en was ze dus een heks. Daarom werd ze levend verbrand.

Slide 10 - Tekstslide

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Dit Franse meisje hoorde stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • De Franse koning gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze echter gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij en heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne krijgt een visioen
Jeanne wordt verhoord
Slag bij Orléans
Jeanne op de brandstapel

Slide 11 - Tekstslide


Gevolgen van de oorlog


  • De Fransen hadden de Honderdjarige Oorlog gewonnen.
  • Na de oorlog nam de macht van koning toe. Hij wilde niet meer afhankelijk zijn van onbetrouwbare leenmannen, tijdens een oorlog of voor inkomsten.
  • Hij kwam met nieuwe belastingen en wilde goede handel.
  • Frankrijk werd hierdoor een land waarin de koning de machtigste man was. 
  • Hij bepaalde vanuit zijn hoofdstad wat er gebeurde. Dit noem je centralisatie.
Lodewijk XI was een koning die zijn enorm veel macht en invloed kreeg. ZIjn tegenstanders noemden hem wel eens 'een spin'. Omdat hij zijn tegenstanders in 'een web van macht' ving.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag:
1) HB: blz 88 en 89
2) WB blz 118 t/m 120
Maken opdr: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9

Slide 13 - Tekstslide