Quiz 4.1 en 4.2 WOII

Quiz
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer was de tweede Wereldoorlog?
A
1941-1946
B
1940-1945
C
1939-1945
D
1940-1946

Slide 2 - Quizvraag

Welke stad werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 3 - Quizvraag

Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 4 - Quizvraag

Hitler viel de Sovjet-Unie tijdens het begin van de oorlog niet aan omdat Duitsland met de Sovjet-Unie een niet-aanvalsverdrag had gesloten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Engeland en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog nadat Duitsland …
A
Polen was binnengevallen
B
Oostenrijk was binnengevallen
C
Frankrijk was binnengevallen
D
Tsjecho-Slowakije was binnengevallen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe raakten de Verenigde Staten betrokken bij de oorlog?
A
Japan bombardeerde Pearl Harbour
B
Duitse onderzeeboten beschoten schepen van de VS
C
De internationale handel lag stil
D
De VS wilden Europa bevrijden van de Nazi's

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin hoort bij deze foto?
A
Nederlands Indie wordt aangevallen.
B
Japanse aanval op Pearl Harbour
C
Tokio gebombardeerd
D
Atoombom op Hiroshima

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zag de geheime deur in het "Achterhuis" van Anne Frank uit?
A
als een wandschildering
B
als een gordijn
C
als een boekenkast
D
als een raam

Slide 9 - Quizvraag

De Duitsers verplichtten alle Nederlanders van 14 jaar en ouder om een formulier bij zich te hebben.
Welk formulier?
A
Jodenster
B
voedingsmiddelenbon
C
persoonsbewijs
D
dwangarbeidbevel

Slide 10 - Quizvraag

Wat was het verzet?
A
De Duitsers waren de baas in Nederland
B
Mensen die de Duitsers hielpen
C
Mensen die in opstand kwamen tegen de Duitsers
D
Joden die onderdoken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van verzet?
A
Mensen helpen om onder te duiken
B
NSB'ers helpen bij hun werk
C
Een gele ster dragen
D
Nazi's helpen bij hun werk

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip hoort hierbij?
A
Verzet
B
Collaboreren
C
Aanpassen

Slide 13 - Quizvraag

Waarom kwam niet iedereen in verzet?
A
De meesten vonden de Duitsers aardig.
B
De meesten waren bang om opgepakt te worden.
C
De meesten hadden geen zin.
D
De meesten vonden het niet belangrijk genoeg.

Slide 14 - Quizvraag

Illegaal radio luisteren is een voorbeeld van
A
actief verzet
B
passief verzet

Slide 15 - Quizvraag

Welke gebeurtenis bracht een eind aan de Tweede Wereldoorlog?
A
De zelfmoord van Hitler in Berlijn
B
De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
C
De val van de Berlijnse muur
D
De slag om Pearl Harbour

Slide 16 - Quizvraag

Door wie werd Nederland op 5 mei 1945 bevrijd?
A
de centralen
B
de geallieerden
C
de verzetstrijders
D
de politie

Slide 17 - Quizvraag