4.1 Sta je sterk in je werk?

4.1 
Sta je sterk in je werk?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.1 
Sta je sterk in je werk?

Slide 1 - Tekstslide

Waarom werk je?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Arbowet
In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidstijdenwet (15 jarige)

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsmotieven

Arbeidsmotieven = redenen om te werken


  • Geld verdienen
  • Nuttig of zinvol bezig zijn
  • Contacten met anderen
  • Regelmaat in je leven
  • Nieuwe dingen leren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Voltijd            of      deeltijd          

Fulltime
Je werkt per week 36 uur of meer.
Partime
Je werkt minder dan een volledige baan.
36 uur of meer
minder dan 36 uur

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het sociaal minimum?
A
Het minimale bedrag dat je krijgt aan kinderbijslag
B
Het minimale bedrag om van te kunnen leven
C
Tijdelijk loon wanneer je geen werk hebt
D
Het minimumsalaris dat je krijgt als je werkt

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Een werkgever kan bij een sollicitatie verschillende redenen hebben om iemand niet aan te nemen.

Welke van de volgende redenen is in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling?
A
De sollicitant vraagt een te hoog salaris.
B
De sollicitant is te oud.
C
De sollicitant heeft de verkeerde opleiding.
D
De sollicitant heeft te weinig ervaring.

Slide 20 - Quizvraag

In welke situatie is er sprake van "grijs werken" ?
A
Maria werkt als verpleegkundige 2 dagen per week
B
Opa Piet doet een krantenwijk om fit te blijven
C
Rick is timmerman en beunt op zaterdag een paar uurtjes
D
Nicole doet vrijwilligerswerk in het buurthuis

Slide 21 - Quizvraag

Aan het werk 
Maken opgaven van paragraaf 4.1 

Slide 22 - Tekstslide