In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Telefoon in de telefoontas
Ga rustig naar je plaats
Je bent startklaar voor de les
Aandacht voor de docent
(let op teken docent!)
Slide 1 - Tekstslide
BK3 H3.3 Zonne energie
BB3 H6.4 Wind water en zon
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij nog van H3.2?
Slide 3 - Tekstslide
26 Een groot windmolenpark op zee levert een vermogen van 240 MW als het park op maximaal vermogen werkt. Een gemiddeld huishouden neemt een elektrisch vermogen op van 800 W.
a Hoeveel watt levert het windmolenpark als het op maximaal vermogen werkt?
Slide 4 - Tekstslide
26 Een groot windmolenpark op zee levert een vermogen van 240 MW als het park op maximaal vermogen werkt. Een gemiddeld huishouden neemt een elektrisch vermogen op van 800 W.
a Hoeveel watt levert het windmolenpark als het op maximaal vermogen werkt?
240 000 000 W
b Hoeveel huishoudens kan dit windmolenpark van elektrische energie voorzien:
– als het altijd op maximaal vermogen werkt?
Slide 5 - Tekstslide
26 Een groot windmolenpark op zee levert een vermogen van 240 MW als het park op maximaal vermogen werkt. Een gemiddeld huishouden neemt een elektrisch vermogen op van 800 W.
a Hoeveel watt levert het windmolenpark als het op maximaal vermogen werkt?
240 000 000 W
b Hoeveel huishoudens kan dit windmolenpark van elektrische energie voorzien:
– als het altijd op maximaal vermogen werkt?
240 000 000 / 800 = 300 000 huishoudens
– als het gemiddeld op 70% van het vermogen werkt?
Slide 6 - Tekstslide
26 Een groot windmolenpark op zee levert een vermogen van 240 MW als het park op maximaal vermogen werkt. Een gemiddeld huishouden neemt een elektrisch vermogen op van 800 W.
a Hoeveel watt levert het windmolenpark als het op maximaal vermogen werkt?
240 000 000 W
b Hoeveel huishoudens kan dit windmolenpark van elektrische energie voorzien:
– als het altijd op maximaal vermogen werkt?
240 000 000 / 800 = 300 000 huishoudens
– als het gemiddeld op 70% van het vermogen werkt?
70% van 300 000 = 210 000 huishoudens
of: 70% van 240 000 000 = 168 000 000
168 000 000 / 800 = 210 000 huishoudens
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekend het maximaal elektrisch vermogen?
Slide 8 - Open vraag
Leerdoelen H3.3
weten wat een zonnecollector is en hoe werkt die.
Weten wat een zonnenpaneel is en hoe die werkt.
Weten wat het begrip Rendement betekend
Kunnen rekenen met het rendement.
Slide 9 - Tekstslide
Energieomzettingen
Bij een energie-omzetting wordt de ene energiesoort omgezet in een of meer andere energiesoorten.
Energie gaat nooit verloren!
Slide 10 - Tekstslide
Hoe werkt een zonnepaneel?
Slide 11 - Woordweb
Wat is een zonne collector?
Slide 12 - Woordweb
Energie uit zonlicht
Zonlicht bevat
stralingsenergie
Planten gebruiken zonlicht om zichzelf op te bouwen: fotosynthese
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Zonnecollector
Stralingsenergie -> warmte (thermische energie)
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoel 1
weten wat een zonnecollector is en hoe werkt die.
Slide 17 - Tekstslide
Zonnepaneel
Een zonnepaneel bestaat uit vele zonnecellen
stralingsenergie -> elektrische energie
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Leerdoelen 2
Weten wat een zonnenpaneel is en hoe die werkt.
Slide 21 - Tekstslide
Energie stroomdiagram
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Rendement = percentage energie dat nuttig gebruikt wordt
Slide 24 - Tekstslide
Leerdoelen 3 & 4
Weten wat het begrip Rendement betekend
Kunnen rekenen met het rendement.
Slide 25 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Wat: Lees hoofdstuk 3.3 op blz. 56 t/m 59 en maak opgaven: 30 t/m 38 op blz. 103 t/m 105.
Hoe: 20 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.