Past Simple & Past Continuous

Hello!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hello!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson
All about being a witness!
- See how good of a witness you are!

- Reading about taking a witness statement

- Grammar: Past simple vs. Past continuous + Who/Which

Slide 2 - Tekstslide

Voor het onderzoek moet ik nog een groepsgesprek voeren. Ik laat een deel van de klas in het lokaal zitten (ongeveer 10 lln)

De rest gaat in de zelfwerkzaamheidruimte werken. Voor degene die liever met oortjes in, in het lokaal willen werken dan mag dat ook. Deze leerlingen krijgen extra opdrachten omdat zij geen gesprek voeren (compensatie voor degene die ik heb gekozen voor het gesprek) 

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Now: Reading
In learnbeat: Go to 6.4.C -> Find out.

Read: Making a witness statement.
Or
Listen to: Making a witness statement.

Do: Exercise 3 + 4

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple and Past Continuous

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

It was raining.
(past continuous)
We were singing.
(past continuous)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Past Continuous

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continous en Past Simple




Past Continuous = al aan de gang ( lang)
Past Simple = iets gebeurde (kort)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous vs. past simple
Deze zinnen kun je herkennen aan het woordje 'when':
''When the phone rang, she was writing a letter.''
'' What were you doing when the earthquake started?''

Als het woordje 'while' in de zin staat, gebeuren twee dingen tegelijk.
Dan gebruik je twee keer de past continuous:
''What were you doing while you were waiting?''
''I was studying while my father was making dinner.''

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous vs. past simple
Maar wat als er tijdens die periode iets anders gebeurd? 
''I was cooking dinner when my mother called.''
Dan gebruik je de past simple.

De activiteit die aan de gang was, is de past continuous.
De activiteit die 'erbij komt', is de past simple.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple = ww + ed
- verleden tijd
- plaatsgevonden en afgelopen
- wanneer is belangrijk
- Signaalwoorden: last week, in 2012

:) They cleaned the house last week
:( They didn't clean the house last week
? Did they clean the house last week?

Let op! Onr. ww = 2e rijtje
:) He wrote a letter to her yesterday
:( He didn't write a letter to her yesterday
? Did he write a letter to her yesterday?



Past Continuous = was/were + ww + ing
- verleden tijd
- was in het verleden aan de gang
- in NL: 'ik was aan het ....' 


:) They were cleaning the house when I came home
:( They weren't cleaning the house right now
? Were they cleaning the house right now?


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the past simple: I .............. to my neighbour yesterday.
timer
0:20
A
talk
B
talks
C
talked
D
were talking

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn signaalwoorden voor de past simple?
timer
0:20
A
for, yet, never, ever
B
yesterday, last year, ago, when
C
always, often, usually, never
D
right now, at the moment

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the past continuous: We ................... a good movie when the phone rang.
timer
0:20
A
watched
B
have watched
C
were watching
D
are watching

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn signaalwoorden voor de past continuous?
timer
0:20
A
when, while
B
always, never, ever, often
C
right now, at the moment
D
yesterday, last week

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous vs. past simple
Je gebruikt de past continuous i.c.m. de past simple om aan te geven dat er iets gebeurde (korte actie = past simple) terwijl er al iets aan de gang was (lange actie = past continuous).

 I was reading a book when the phone rang
I was washing my car when the accident happened

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple & Past Continuous
I WAS WAITING (wait) for the bus when it STARTED (start) to rain. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous & Past Continuous
While we ______________________ (walk) the dog, the neighbours _______________ (wash) their car. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous & Past Continuous
While we WERE WALKING (walk) the dog, the neighbours WERE WASHING (wash) their car. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple & Past Continuous
 I _________________________ (read) the newspaper, when all of a sudden my cat ___________________ (jump) onto my lap. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple & Past Continuous
 I WAS READING (read) the newspaper, when all of a sudden my cat JUMPED (jump) onto my lap. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Who    -------     WHICH

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

               Who - which 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

who / which
My brother is the boy ... won the competition
A
which
B
who

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in: who/which



I love movies ........... have lots of action.
A
Who
B
Which

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in who/which:
Where are the books ... your brother borrowed last week?
A
who
B
which

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is that the guy (who / which ) stole your laptop?
A
who
B
which

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Susan wrote an essay who/which is about global warming.
A
Who
B
Which

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Graham, who/which lives next door is my best friend.
A
who
B
which

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wikipedia who/which is an online encyclopedia has a lot of information.
A
Who
B
Which

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Homework: See Studieplanner

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies