In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Goedemorgen!
We hebben nodig:
Rekenmachine, pen en papier!
De rest mag (nog) in je tas blijven
Jassen uit, laptops dicht
Slide 1 - Tekstslide
PARAGRAAF 3.2
LES 2 Prijselasticiteit
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Wat is prijselasticiteit
Hoe bereken je de prijselasticiteit
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel 1
Wat is prijselasticiteit
Slide 4 - Tekstslide
Prijselasticiteit
De prijselasticiteit zegt iets over hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een daling of stijging van de prijs.
Slide 5 - Tekstslide
Elastisch
De vraag is elastisch als de vraag relatief sterk reageert op een verandering van de prijs.
Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met meerdan 1% dalen (en andersom)
Slide 6 - Tekstslide
Inelastisch
De vraag is inelastisch als de vraag relatiefzwak reageert op een verandering van de prijs.
Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met minderdan 1% dalen (en andersom).
Slide 7 - Tekstslide
Lesdoel 2
Bereken de prijselasticiteit
Slide 8 - Tekstslide
Formule Prijselasticiteit
Formule Prijselasticiteit :
Om de prijselasticiteit te kunnen berekenen, moet je dus eerst een procentuele verandering uitrekenen.
Formule Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Verandering van de vraag in procenten ---------------------------------------------------- Verandering van de prijs in procenten
Slide 9 - Tekstslide
Formule Procentuele verandering
Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Voorbeeld:
De prijs van een broek was € 60,-. Nu is de prijs € 75. Wat is de procentuele verandering?
Slide 10 - Tekstslide
Formule Procentuele verandering
Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Voorbeeld:
De prijs van een broek was € 60,-. Nu is de prijs € 75. Wat is de procentuele verandering?
(Nieuw-Oud)/Oud x 100
(75 - 60) / 60 x 100 15 / 60 x 100
0,25 x 100 = 25%
De prijs is dus 25% gestegen
Slide 11 - Tekstslide
Formule Procentuele verandering
Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Voorbeeld:
Door de hogere prijs worden er minder broeken verkocht. Eerst werden er 100 verkocht, nu nog maar 60. Bereken nu zelf de procentuele verandering van de vraag
Slide 12 - Tekstslide
Formule Procentuele verandering
Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Voorbeeld:
Eerst werden er 100 verkocht, nu nog maar 60. Bereken nu zelf de procentuele verandering van de vraag
(Nieuw-Oud)/Oud x 100
(60 - 100) / 100 x 100 -40 /100 x 100
-0,40 x 100 = -40%
De vraag is dus 40% gedaald
Slide 13 - Tekstslide
Formule Prijselasticiteit
Formule Prijselasticiteit :
Door een prijsstijging van 25% was de vraag 40% gedaald.
Kan je nu de prijselasticiteit uitrekenen? Doe maar.....
Verandering van de vraag in procenten ---------------------------------------------------- Verandering van de prijs in procenten
Slide 14 - Tekstslide
Formule Prijselasticiteit
Formule Prijselasticiteit :
-40% / 25% = -1,6 is de prijselasticiteit
dit betekent dat een prijsstijging van 1% zorgt voor een vraagdaling van 1,6%
Verandering van de vraag in procenten ---------------------------------------------------- Verandering van de prijs in procenten
Slide 15 - Tekstslide
Samenvatting
Prijselasticiteit
Elastisch en Inelastisch
Procentuele verandering
Formule prijselasticiteit
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Maak vaag 26, 27 en 28 uit je boek, paragraaf 3.2
Maak daarna de sommen 9, 10, 11, 12, 13 en 14 op blz 95 in je boek
Als je extra uitlegt wilt dan kan je in Lesson Up nog twee filmpjes bekijken
Slide 17 - Tekstslide
Extra informatie
Hier vind je extra materiaal
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Oefenen
Lees de theorie goed door en maak daarna de lesson vragen
Slide 21 - Tekstslide
Prijselasticiteit is -0,5. Dit betekent dat...
A
Als P -10%, dan Qv +5%
B
Als P +10%, dan Qv +5%
C
Als p met 10 stijgt, Qv met 5 stijgt
D
Als Qv met 10% moet stijgen, prijs met 5% moet dalen
Slide 22 - Quizvraag
Formule voor berekening van de prijselasticiteit is:
A
% verandering van de prijs/ % verandering van de hoeveelheid
B
% verandering van de hoeveelheid/ % verandering van de prijs
Slide 23 - Quizvraag
Als de prijselasticiteit van de vraag naar benzine elastisch is dan...
A
leidt een prijsdaling tot een stijging van de omzet
B
leidt een prijsdaling tot een daling van de omzet
C
leidt een prijsstijging tot een stijging van de omzet
Slide 24 - Quizvraag
als de prijselasticiteit van een goed inelastisch is, dan:
A
reageert de consument erg op een prijsverandering
B
reageert de consument niet erg op een prijsverandering
Slide 25 - Quizvraag
Waarom is de prijselasticiteit bijna altijd een - getal
A
hogere prijs minder vraag
B
hogere prijs meer vraag
C
dat moet gewoon
D
meer vraag is een hogere prijs
Slide 26 - Quizvraag
Prijselasticiteit is:
A
Hoe de gevraagde aanbod van een product reageert op een aanpassing van een ander product
B
Hoe de gevraagde hoeveelheid van een product reageert op een verandering in de prijs van hetzelfde product