W16 - BIO - 3H - Thema 4.3 en 4.4 Het voortplantingsstelsel van een vrouw en Menstruatie

Het voortplantingsstelsel van een vrouw
Klas 3H - Thema 4.3
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Het voortplantingsstelsel van een vrouw
Klas 3H - Thema 4.3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 2 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 3 - Tekstslide

Eierstokken

- Eicellen.

- Onder invloed van het hypofysehormoon FSH.

rijpe eicel komt uit eierstok= ovulatie

Slide 4 - Tekstslide

Eicellen
 Tijdens de rijping groeit er een vochtblaasje om de eicel heen. Dat blaasje heet de follikel
+- 14 dagen barst de follikel. 
Het vocht en de eicel stromen eruit. 

Dit is de eisprong (ovulatie). 

Slide 5 - Tekstslide

Eisprong
Een ander woord voor eisprong is OVULATIE.
-De eicel komt vrij uit de eierstok. 
- Eileiders vervoeren de eicel. 
- Per 4 weken 1 eicel, om en om


Slide 6 - Tekstslide

Eileider
Het verbrede bovenstuk van de eileider ligt om de eierstok heen en vangt de rijpe eicel op. 

Slide 7 - Tekstslide

Baarmoeder
De baarmoeder heeft een gespierde baarmoederwand. Deze is aan de binnenkant bekleed met het baarmoederslijmvlies . 

De baarmoederhals verbindt de baarmoeder met de vagina.
rijpe eicel komt uit eierstok= ovulatie

Slide 8 - Tekstslide

Wat zie je aan de buitenkant?



De vagina is de opening tussen de benen van de vrouw.  


Slide 9 - Tekstslide

Wat zie je aan de buitenkant?

De schaamlippen beschermen de vagina. Waar de binnenste schaamlippen elkaar raken zit de clitoris, deze is zeer gevoelig.

Iets naar beneden ligt de urinebuis.

Slide 10 - Tekstslide

Orgasme bij een vrouw
Door te wrijven over de clitoris kan een vrouw een orgasme krijgen.

Een ander woord voor orgasme is klaarkomen. 
Masturberen
Zelfbevrediging
Vingeren

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting
Als de man een zaadlozing krijgt in de vagina van de vrouw bewegen de zaadcellen richting de eicel. 
De eicel van de vrouw smelt samen met de zaadcel van de man. 

Slide 12 - Tekstslide

Bevruchting
- Vindt plaats in de eileider. 
- De kop van de zaadcel dringt binnen in de eicel. 
- De eicel gaat 'op slot' 
- De kern van de eicel en de kern van de zaadcel smelten samen. 

Slide 13 - Tekstslide

Een klompje cellen. 
Na de bevruchting deelt de eicel zich tot een klompje cellen. Dit klompje cellen wordt vervoerd naar de baarmoeder. 

Slide 14 - Tekstslide

Innesteling
De wand van de baarmoeder is lekker zacht en dik door slijmvlies. 
Hier kan het klompje cellen vastgroeien om zich te ontwikkelen tot een embryo.
Dit heet innesteling
De vrouw is nu zwanger. 

Slide 15 - Tekstslide

Maagdenvlies
Het maagdenvlies is een randje weefsel dat aan het begin van de vagina zit. 

Wanneer er een randje aanwezig is kan dit een verschillende vorm hebben. Het is dus geen dicht vlies wat de vagina afsluit.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat is bevruchting ?
A
de kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel
B
als het eicelletje gaat innestelen in de baarmoeder.
C
Als de eisprong plaatsvindt
D
als de vrouw ongesteld wordt.

Slide 18 - Quizvraag

Waar worden eicellen gemaakt?
A
in de baarmoeder
B
in de eileider
C
in de eierstokken
D
in de baarmoederwand

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een clitoris?
A
is gevoelig voor seksuele prikkels
B
zelfbevrediging
C
masturbatie
D
zorgt voor een orgasme

Slide 20 - Quizvraag

Baarmoeder
Eierstok
Vagina
Clitoris
Plaats waar het embryo groeit
Hier rijpen de eicellen
Verbinding naar de buitenwereld
Meest gevoelige deel

Slide 21 - Sleepvraag

Aan het werk
Maak opdracht 9 t/m 12 in het online werkboek.

Slide 22 - Tekstslide

Menstruatie                 
Klas 3H - Thema 4.4

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat ovulatie en menstruatie is en aangeven wanneer deze processen in de menstruatiecyclus plaatsvinden.

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Menstruatie

Slide 26 - Tekstslide

Menstruatie:
het slijmvlies laat los
Als er geen bevruchting plaatsvindt, laat het baarmoederslijmvlies voor een deel los. Dat loslaten van dat deel heet menstruatie of ongesteld zijn. De spierlaag van de baarmoederwand trekt samen en daardoor worden stukjes slijmvlies, slijm en bloed via de vagina afgevoerd. Het samentrakken van de spieren kan buikkrampen veroorzaken die pijnlijk zijn. Veel meisjes of vrouwen zijn tijdens of vlak voor de menstruatie wat kribbig of voelen zich ellendig of verdrietig.
Menstruatie kan hoofdpijn, buikpijn, 
rug- of spierbijn veroorzaken. 
Sommige meisjes menstrueren als ze 10 jaar zijn, anderen als ze 16 jaar zijn. Gemiddeld zijn meisjes 
13 jaar oud bij de 1e menstruatie.
Een menstruatie duurt gemiddeld 3 dagen maar bij sommigen kan het wel een week duren.

Slide 27 - Tekstslide

Maandverband 
en tampons
De meeste meisjes of vrouwen gebruiken maandverband of tampons tijdens de menstruatie. Maandverband wordt tegen de opening van de vagina gedragen. Een tampon wordt in de vagina gedragen. 
Er bestaan ook menstruatiecups.

De middelen nemen niet eindeloos vocht op. Door de bacteriën kan het onfris gaan ruiken en kunnen er infecties ontstaan. Regelmatig vervangen is nodig en goed wassen ook.
In tegenstelling tot een tampon absorbeert een menstruatiecup niets. 
Het vangt alleen op. 

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Menstruatiecyclus
Je ziet in de afbeelding dat de dikte van het slijmvlies verandert. Tijdens de menstruatie wordt een deel afgestoten, dat gebeurt op dag 1 t/m 4. Daarna groeit het baarmoederslijmvlies weer aan, het wordt dikker en het bevat weer meer bloedvaten. Ongeveer 14 dagen na het beginvan de menstruatie vindt de ovulatie plaats. Als er dan geen bevruchting plaatsvindt, zal de volgende menstruatie op ongeveer de 28e dag beginnen. De menstruatiecyclus begint dan opnieuw. 
Bijna geen enkele vrouw menstrueert precies om de 4 weken. Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.

Slide 30 - Tekstslide

Periodieke onthouding - Onbetrouwbaar- Ovulatie




Leguit wat er gebeurt als de eicel niet bevrucht wordt.

Slide 31 - Tekstslide

Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Wel menstruatie en geen ovulatie
B
alleen ovulatie en geen menstruatie
C
zowel menstruatie als ovulatie
D
zowel geen menstruatie als geen ovulatie meer

Slide 32 - Quizvraag


Op welke dag begint het opbouwen van het slijmvlies?
A
dag 1
B
dag 6
C
dag 14
D
dag 18

Slide 33 - Quizvraag


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 34 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 35 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 36 - Quizvraag

Een vrouw bij wie de eileiders zijn afgesloten, heeft geen menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 38 - Quizvraag

Waarom is een meisje ongeveer 5 dagen per 4 weken vruchtbaar?
A
Een eicel blijft 5 dagen in leven
B
Een zaadcel blijft 5 dagen leven
C
Een ovulatie duurt gemiddeld 5 dagen
D
Een menstruatie duurt gemiddeld 5 dagen

Slide 39 - Quizvraag

Aan het werk
Maak opdracht 13 t/m 16 in het online werkboek.

Slide 40 - Tekstslide