vervoegen presente

grammatica
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

grammatica

Slide 1 - Tekstslide

wat weet je over... vervoegen!

Slide 2 - Tekstslide

wat weet je nog over vervoegen van Spaanse werkwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Lee. Wat is de correcte definitie van vervoegen?
A
Conjugeren, de vormverandering weergeven
B
Betaling van schuld, Bewijzen
C
Achteraf beoordelen, begroten
D
de regels voor het maken van zinnen én woorden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de vorm van infinitief?
A
werkwoord zonder vervoegen
B
werkwoord met meervoud
C
werkwoord met -ar vervoeging
D
de toekomst

Slide 5 - Quizvraag

de infinitiefvorm in NL eindet op -en
in het Engels schrijf je een "to" voor, in het Spaans:
A
eindet met -EN, net als NL
B
Eindet met -AR
C
Eindet met -ER -IR
D
B en C

Slide 6 - Quizvraag

Eerst, de theorie :-) 
kleine correcties


Slide 7 - Tekstslide

De regelmatige werkwoorden op -ar
  • Het vervoegen van werkwoorden, wat is dat?
  • In het Spaans zijn er 3 soorten werkwoorden. 


De Spaanse werkwoorden eindigen op:
-ar
-er
-ir
hablar
trabajar
caminar
estudiar
bailar
cantar
  • Bovenstaande werkwoorden zijn de hele werkwoorden.
  • Als je -ar van de werkwoorden afhaalt heb je de stam.           (camin, bail, trabaj, estudi, habl, cant)

Slide 8 - Tekstslide

Stap 1: 
de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2: 
leer de vervoegingen van -ar

yo
as
él / ella/ usted
a
nosotros / nosotras
amos
vosotros / vosotras
áis
ellos / ellas / ustedes
an
Deze uitgangen plak je achter de stam!
neem dit schema allemaal 
over in je schrift!

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan
hablar = praten
Nu wil je zeggen jij praat. (voorbeeld)

1. Haal -ar van het hele werkwoord af: habl (dit is de stam)
2. Wat is de jij-vorm?
3. Welke vervoeging staat er bij tú? as
4. plak de vervoeging achter de stam = habl + as = hablas 

                                       JIJ PRAAT = TÚ HABLAS 

Slide 11 - Tekstslide

Un ejemplo / een voorbeeld
Omdat iedere persoon een uniek werkwoord heeft, laten Spanjaarden het persoonlijke voornaamwoord vaak weg. 

Slide 12 - Tekstslide

Ik leg het uit tijdens jullie de sleepvraag doen

Slide 13 - Tekstslide

Stappen om te vervoegen
  • Elke werkwoord in het Spaans heeft een familie:             -ar -er of -ir
  • Vind de stam door -ar, -er of -ir eraf te halen
  • plaats de bijbehorende uitgang achter de stam
  • kijk of je misschien de stamklinker moet veranderen

Slide 14 - Tekstslide

HABLAR
COMER
VIVIR
habl

habl

habl

habl

habl

habl
com

com

com

com

com

com
viv

viv

viv

viv

viv

viv
- o
- o
- o
- as
- amos
- a
- áis
- an
- es
- es
- e
- emos
- en
- éis
- e
- imos
- ís
- en

Slide 15 - Sleepvraag

Verschillende vormen
Een werkwoord kan je vervoegen. Dat betekent dat je er verschillende vormen van kunt maken.
Ik
Jij 
Hij/zij/het
Wij 
Jullie
Zij
vervoegen van "tener"= onregelmatig
Dat betekent dat je er verschillende vormen van kunt maken. in het Nederlands "hebben" vs Spaans, :

Ik
Jij
Hij/zij/het
Wij
Jullie
Zij
heb
hebt
heeft
hebben
hebben
hebben
tengo
tienes
tiene
tenemos
tenéis
tienen

Slide 16 - Tekstslide

patronen
vinden

Slide 17 - Tekstslide

Deel mee welke patronen zie je, wat herhaalt zich altijd

Slide 18 - Open vraag

Regels regelmatige ww AR, ER, IR:
  • Bij ww op -AR heeft de vervoeging altijd een A behalve bij YO    
  • Bij ww op -ER heeft de vervoeging altijd een E behalve bij YO     
  • Bij ww op -IR heeft de vervoeging ook een E, behalve bij YO en nosotros (-imos) en vosotros (-ís)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wie kan en wil de vervoeging van HABLAR
uitleggen voor 10 valepuntos?

Slide 21 - Tekstslide

1. bijkomstige toekomst

1. futuro cercano - bijkomstige toekomst

Slide 22 - Tekstslide

Luister oefening voordat wij de
 grammatica samen uitleggen 


Slide 23 - Tekstslide