2 vmbo-kgt thema 2.4 Voeding en vertering: de organen voor vertering

Thema 2 Voeding en vertering
4. De organen voor vertering
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering
4. De organen voor vertering

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen
- kan je de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen

Slide 2 - Tekstslide

De organen voor vertering liggen voornamelijk in de romp.

Belangrijke organen voor vertering zijn de slokdarm, de maag, de lever, de dunne darm en de dikke darm.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

De vertering van voedsel begint in de mondholte.

Je hebt in de vorige les gezien dat je met je gebit het voedsel in kleine stukjes verdeeld.


Slide 6 - Tekstslide

4 De organen voor vertering
Je speekselklieren produceren speeksel (een verteringssap).
Speeksel maakt het inslikken van het voedsel gemakkelijker.

Met je tong duw je het voedsel van de mondholte naar de keelholte. Door te slikken wordt het voedsel in de slokdarm geduwd.


Slide 7 - Tekstslide

Bij het slikken wordt de neusholte afgesloten door de huig en de luchtpijpje met het strotklepje.
Het voedsel kan daardoor alleen de slokdarm in.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

4 De organen voor vertering
maag
In de wand zitten maagsapklieren die maagsap produceren; maagsap bevat zoutzuur
Kringspieren en lengtespieren in de maagwand zorgen dat je maag altijd in beweging is
Door deze beweging wordt het voedsel goed gemengd met het maagsap

Slide 10 - Tekstslide

4 De organen voor vertering
maag
Onder de maag zit het maagportier: een kringspier die de maag afsluit van de twaalfvingerige darm
De maagportier laat telkens maar kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm.
Hierdoor heeft de maag een functie als tijdelijke opslagplaats voor voedsel.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

4 De organen voor vertering
twaalfvingerige darm
Via de maagportier komt het voedsel in de twaalfvingerige darm. In de twaalfvingerige darm komen de afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier uit.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

2.4 De organen voor vertering
Gal is belangrijk voor de vertering van vetten.

Gal verdeelt grote druppels vet in kleinere druppeltjes.

Dit noem je emulgeren.

Slide 15 - Tekstslide

4 De organen voor vertering
dunne darm
- bevat darmsapklieren die darmsap produceren
- de darmwand heeft veel darmplooien met darmvlokken (uitstulpingen): oppervlaktevergroting
- in de darmvlokken zitten bloedvaten
- voedingsstoffen kunnen door de darmwand heen naar de bloedvaten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

4 De organen voor vertering
dikke darm
- blinde darm met wormvormig aanhangsel (appendix)
- water wordt uit het voedsel gehaald
- laatste deel: endeldarm met een kringspier (anus)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

4 De organen voor vertering
De dikke darm is ongeveer anderhalve meter lang.
In de dikke darm wordt water onttrokken uit de niet verteerde voedselresten. Het water gaat het bloed in.
Hierdoor wordt je ontlasting dikker.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 23 - Tekstslide

zelf aan de slag
4 De organen voor vertering: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 1 t/m 8 maken
(vanaf blz. 101)

Slide 24 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen
- kan je de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen

Slide 25 - Tekstslide