Leesvaardigheid 1mh3

Leesvaardigheid
In deze les leer je hoe je leesstrategieën kunt gebruiken om een je leesvaardigheid te verbeteren.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid
In deze les leer je hoe je leesstrategieën kunt gebruiken om een je leesvaardigheid te verbeteren.

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOELEN les 2
- Na deze les kunnen jullie 4 lees strategieën gebruiken.
- Na deze les kunnen jullie een Engelse tekst lezen en de juiste leesstrategie gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Leesvaardigheid:
Wat weet je al?

Slide 3 - Woordweb

Stap 1: Oriënterend lezen
  1. Kijk naar de tekst:  TIPS

Title (titel)
Introduction (introductie)
Pictures (afbeeldingen)
Sources (bronnen)


    Slide 4 - Tekstslide

    Stappenplan 
    Stap 1: oriënterend lezen
    Stap 2: vragen lezen
    Stap 3: leesstrategie bepalen
    Stap 4: tekst lezen + vraag beantwoorden

    Slide 5 - Tekstslide

    Stap 2: vragen lezen

    Lees de vragen die bij de tekst horen

      Slide 6 - Tekstslide

      Vraagsoorten
      Meerkeuzevragen
      Open vragen
      Waar (True) / Niet waar (False) stellingen
      Citaat

      Slide 7 - Tekstslide

      Stap 3: Leesstrategie bepalen
      oriënterend lezen
      globaal lezen
      zoekend lezen
      intensief lezen

      "Welke strategie heb ik nodig om de vragen te kunnen beantwoorden?"

      Slide 8 - Tekstslide

      Oriënterend lezen
      Bekijk de tekst
      Titel + tussenkopjes
      Intro
      Foto's / plaatjes / tekeningen
      Bron
      Opvallende dingen?
      Waar gaat de tekst over?

        Slide 9 - Tekstslide

        Oriënterend lezen
        • Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
        • Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
        • Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
        • Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?

        Dit doe je altijd van te voren

        Slide 10 - Tekstslide

        Slide 11 - Tekstslide

        Slide 12 - Tekstslide

        Slide 13 - Tekstslide

        Globaal lezen
        • titel en tussenkopje lezen
        • lees de inleiding en het slot
        • lees de eerste en laatste zin van elke alinea
        • Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord. 

        Wat is de belangrijkste informatie van deze tekst?

        Slide 14 - Tekstslide

        Zoekend lezen
        • lees de titel en tussenkopjes
        • zoek naar kernwoorden die te maken hebben met wat je zoekt.
        • kijk naar anders gedrukte woorden
        • stop met lezen als je het antwoord gevonden hebt


        Gerichte informatie zoeken.

        Slide 15 - Tekstslide

        Zoekend lezen / scannen
        • Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.

        Slide 16 - Tekstslide

        Slide 17 - Tekstslide

        1. How much discount do you get off printers?
        A
        80%
        B
        50%
        C
        25%
        D
        30%

        Slide 18 - Quizvraag

        Slide 19 - Tekstslide

        2. The sale begins on....
        A
        16 May
        B
        25 April
        C
        17 May
        D
        24 April

        Slide 20 - Quizvraag

        Slide 21 - Tekstslide

        3. There is a big ........ sale.
        A
        Shop
        B
        Warehouse
        C
        Storage

        Slide 22 - Quizvraag

        Intensief lezen
        • lees de hele tekst
        • let op de inleiding en tussenkopjes
        • zoek de belangrijkste zinnen en woorden uit de alinea's
        • zoek de betekenis op van belangrijke woorden en zinnen.

        Je probeert alle informatie in de tekst te begrijpen

        Slide 23 - Tekstslide

        Woordstrategieën

        1. Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden (in context)

        2. Bekijk of het woord op een ander woord lijkt bijvoorbeeld uit een andere taal. 
        3. Hak het woord in stukjes? Komt een deel van het woord je bekend voor?

        Slide 24 - Tekstslide

        Wat is globaal lezen?
        A
        Naar plaatjes kijken, kopjes lezen, eerste en laatste zin lezen
        B
        Een tekst vlot doorlezen, niet woord voor woord
        C
        Specifieke informatie in de tekst zoeken
        D
        De tekst zorgvuldig lezen

        Slide 25 - Quizvraag

        Wat is zoekend lezen?
        A
        Naar plaatjes kijken, kopjes lezen, eerste en laatste zin lezen
        B
        Een tekst vlot doorlezen, niet woord voor woord
        C
        Specifieke informatie in de tekst zoeken
        D
        De tekst zorgvuldig lezen

        Slide 26 - Quizvraag

        Wat is oriënterend lezen?
        A
        Naar plaatjes kijken, kopjes lezen, eerste en laatste zin lezen
        B
        Een tekst vlot doorlezen, niet woord voor woord
        C
        Specifieke informatie in de tekst zoeken
        D
        De tekst zorgvuldig lezen

        Slide 27 - Quizvraag

        Wat is intensief lezen?
        A
        Een tekst vlot doorlezen, niet woord voor woord
        B
        Specifieke informatie in de tekst zoeken
        C
        De tekst zorgvuldig lezen
        D
        De tekst meerdere keren zorgvuldig lezen

        Slide 28 - Quizvraag

        Adviezen

        1. Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws. Kijk bijvoorbeeld elke dag newsround. 
        2. Lees Engelse boeken, artikelen.
        3. Brede woordenschat maakt teksten lezen gemakkelijker. Bestudeer woordenlijsten. 




        Slide 29 - Tekstslide

        Handige sites om leesvaardigheid te oefenen of om je woordenschat te vergroten
        - Readtheory.org

        - https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/reading

        - https://www.bbc.co.uk/newsround

        Slide 30 - Tekstslide