5-12-2022

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit / oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/werkboek
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit / oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/werkboek
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- antwoorden werkboek controleren
- PW schrijfvaardigheid
- oefenen schrijfvaardigheid


Slide 2 - Tekstslide

Herzlich Willkommen!
Als het liedje afgelopen is:

- jouw mobieltje zit in de telefoontas!
- je zit op je vaste zitplek en je bent stil!
- je hebt werkboek en schrift op tafel liggen!
- jou tas ligt netjes op de grond!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach(=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen. 
Es gibt aber auch einen großen Unterschied! In den Niederlanden hilft Peter dem Nikolaus. In Deutschland und Österreich spielen teuflische (duivelse) Wesen die Rolle des Helfers.

Slide 8 - Tekstslide

Nikolaus wird in Deutschland gefeiert am
A
4.Dezember
B
5. Dezember
C
6.Dezember
D
7. Dezember

Slide 9 - Quizvraag

Es gibt wenig Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland.
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quizvraag

In Deutschland stellen Kinder auch ihre Schuhe um Geschenken zu bekommen.
A
richtig
B
falsch

Slide 11 - Quizvraag

In Deutschland und Österreich helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quizvraag

lernen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 13 - Quizvraag

Maak het rijtje voor het werkwoord "lernen" met de juiste uitgang:

timer
2:00

Slide 14 - Open vraag

grüßen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 15 - Quizvraag

Maak het rijtje voor het werkwoord "grüßen" met de juiste uitgang:

timer
2:00

Slide 16 - Open vraag

Er ........ viele Wörter.
lernen
A
lernst
B
lernen
C
lern
D
lernt

Slide 17 - Quizvraag

Du ...... gut Fußball.

spielen
A
spiel
B
spielt
C
spielst
D
spielen

Slide 18 - Quizvraag

Ich ...... gerne Salat.

essen
A
esse
B
essen
C
ess

Slide 19 - Quizvraag

Het persoonlijk voornaamwoord
jij

Slide 20 - Open vraag

vertaal het persoonlijk voornaamwoord: het

Slide 21 - Open vraag

zelfstandig aan de slag:
blz. 32 

Slide 22 - Tekstslide

vertaal het persoonlijk voornaamwoord: hij

Slide 23 - Open vraag