Paragraaf 4 Op weg naar onafhankelijkheid

H1 Nederland en Indonesië
Paragraaf 4 Op weg naar onafhankelijkheid
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1 Nederland en Indonesië
Paragraaf 4 Op weg naar onafhankelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe Nederland het leven van de bevolking van Nederlands-Indië probeerden te verbeteren.
  • Ik kan uitleggen hoe het nationalisme is ontstaan bij de Indosiërs.
  • Ik weet met welk doel Soekarno samenwerkte met de Japanners.

Slide 2 - Tekstslide

Ethische Politiek

Om wat terug te doen voor Indonesie begon met met de Ethische politiek






Nederland doet iets terug

  • Aan het begin vande 20e eeuw hadden steeds meer Nederlanders kritiek op het bestuur in Nederlands-Indië.
  • Nederland had honderden miljoenen verdient aan Nederlands-Indië.
  • De Nederlandse regering deed iets met deze kritiek en begon in 1901 met de ethische politiek.

Slide 3 - Tekstslide


De etische politiek bestond uit:
  • Verbetering van het onderwijs in Nederlands-Indië (desascholen).
  • Verbetering landbouw bijvoorbeeld irrigatie aanleggen voor betere oogsten.
  • Verbetering gezondheidszorg bijvoorbeeld inenting tegen dodelijke ziektes.
  • Verbetering infrastructuur.

Slide 4 - Tekstslide

SOEKARNO
  • middelbare school
  • Technische hogeschool Bandung
  • Krijgt geen functie in Nederlands bestuur ondanks opleiding............
  • gevolg: NATIONALISME

  • De etische politiek had een onbedoeld gevolg.
  • Door betere scholing kwam er meer kennis. 
  • De mensen wilden iets te zeggen hebben in hun eigen land. 
  • Ze kregen gevolens van nationalisme.
  • Soekarno werd de latere nationalistische leider.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Nationalisme in Nederlands-Indië  
  • 1918 de volksraad wordt opgericht.
  • Een kleine stap van Nederland om de bevolking van Nederlands-Indië  te laten mee besturen.
  • Hadden niet echt invloed. Ze mochten alleen advies geven, beslissingen namen de Nederlanders.

Slide 7 - Tekstslide

Gevolg:
  • Steeds meer ontevredenheid in Indonesië.
  • 1927 Soekarno en Hatta richten de Partai Nasional Indonesia op.
  • Deze partij eiste volledige onafhankelijkheid.
  • De partij kreeg veel aanhangers. 
  • Soekarno vormde een gevaar voor Nederland en werd gevangen gezet.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Soekarno en de Japanners
  • Strijd tussen Nederland en Japan duurde van januari-maart 1942.
  • Veel Nederlanders worden gevangen gezet in de interneringskampen (Jappenkampen) (interneren).
  • Soekarno wordt vrijgelaten en gaat met Japanners samenwerken (in ruil voor onafhankelijkheid).

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Jappenkamp
  • Kampen voor zowel krijgsgevangenen als burgers; mannen en vrouwen.
  • Dwangarbeid (bijvoorbeeld werken aan de beruchte dodenspoorlijn (Birmaspoorlijn), gedwongen prostitutie (Troostmeisjes).
  • Ongeveer 25.000 Nederlanders zijn omgekomen in de Jappenkampen.

Slide 13 - Tekstslide

Leven in de Jappenkampen (1)
  • Kampen voor zowel krijgsgevangenen als burgers; mannen en vrouwen

  • Lijfstraffen

  • Honger (bubur atji: "stijfselpap")

  • Dwangarbeid (bijvoorbeeld werken aan de beruchte Dodenspoorlijn: Birmaspoorlijn)

Slide 14 - Tekstslide




Capitulatie van Japan
15 augustus 1945



Let op: deze foto is van 2 september 1945 
(officiële ondertekening)

Slide 15 - Tekstslide




Soekarno roept de onafhankelijk uit
17 augustus 1945

  • 17 augustus 1945 Soekarno en Hatta roepen de Republiek Indonesia uit.
  • Onder druk van pemoeda's (jonge Indonesische nationalisten met een militaire training).
  • De Nederlandse regering erkende de Republiek Indonesie niet.
  • De Nederlanders waren boos op de nationalisten omdat ze hadden samengewerkt met de Japan.

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze paragraaf hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

Stel een vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag