11.2 Bevruchting

Deze les
  • Wat weten we nog?
  • Nakijken
  • Leerdoelen
  • Uitleg over bevruchting, innesteling en ontwikkeling embryo
  • Keuze: opdrachten maken / tekenen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
  • Wat weten we nog?
  • Nakijken
  • Leerdoelen
  • Uitleg over bevruchting, innesteling en ontwikkeling embryo
  • Keuze: opdrachten maken / tekenen

Slide 1 - Tekstslide

Sperma bestaat uit:
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 2 - Quizvraag

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 3 - Quizvraag

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 4 - Quizvraag

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Probeer het schema in te vullen. Kijk goed naar de grafiek!
Rijpende follikel
Geel lichaam
Progestron
Hypofyse
Oestrogeen

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen 11.2 deel 1
Aan het einde van deze les kun je:
  • de route beschrijven die de zaadcellen in het lichaam van een vrouw afleggen.
  • beschrijven hoe de bevruchting verloopt.
  • de gebeurtenissen beschrijven van bevruchting tot innesteling.
  • beschrijven hoe de ontwikkeling van een embryo gaat.
  • uitleggen welke effecten het zwangerschapshormoon heeft.




Slide 7 - Tekstslide

Geslachtsgemeenschap
Baarmoedermond, baarmoeder, eileiders
Zaadcellen leven enkele dagen!

Slide 8 - Tekstslide

Bevruchting
Kop van de zaadcel dringt de eicel binnen.

Kern van de zaadcel versmelt met de kern
van de eicel. 
--> ontstaat één nieuwe kern

Bevruchting: versmelting van de kernen. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bevruchte eicel begint met delen.
Door delingen ontstaat een bolletje cellen. Bolletje delende cellen gaat verplaatst naar de baarmoeder. Na +- 6 dagen vast zetten in baarmoederslijmvlies --> innesteling!
 Nu: embryo!



Slide 12 - Tekstslide

Zwanger...
Als de innesteling heeft plaatsgevonden. 





Slide 13 - Tekstslide

Vijf dagen na bevruchting ontstaat een holte (1). Binnenin zit een groepje cellen (kiemschijf) waaruit het embryo ontstaat. 

Buitenste cellen vormen uitstulpingen (vlokken). Wordt later de placenta. 



  1. Vijf dagen na bevruchting ontstaat een holte. Binnenin zit een groepje cellen (kiemschijf) waaruit het embryo ontstaat.
  2. Buitenste cellen vormen uitstulpingen (vlokken). Wordt later de placenta
  3. Tussen vlokken en kiemschijf ontstaat een steel -> later navelstreng

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zwangerschapshormoon HCG
Vlokken maken HCG
Twee effecten:
1) Voorkomt rijpen nieuwe eicel
2) Baarmoederslijmvlies wordt niet afgestoten

Zwangerschapstest berust op het aantonen van dit zwangerschapshormoon in urine.

Slide 16 - Tekstslide

Keuze
  • Opdrachten maken van 11.2:
Basis: 5-9+11
Keuze: 1-4 en 10 of Tekenen (zie hieronder)

  • Tekenen: teken de baarmoeder met eierstokken en eileiders. Teken de volgende gebeurtenissen in de tekening: eisprong, bevruchting, delen van bevruchte eicel, innesteling, ontstaan embryo en vormen van vlokken (gebruik hiervoor bron 2 en 3)

Slide 17 - Tekstslide

Deze les
  • Leerdoelencheck vorige les
  • Uitleg met anticonceptiekoffer
  • Opdrachten maken

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelencheck!
  1. Lees het leerdoel.
  2. Denk na over jouw antwoord (30 seconden).
  3. Overleg in tweetallen over het antwoord (2 minuten).
  4. Klassikaal delen.




Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Beschrijf de route die de zaadcellen in het lichaam van een vrouw afleggen vanaf zaadlozing tot en met de bevruchting.
  • Beschrijf de gebeurtenissen van bevruchting tot innesteling.
  • Beschrijf hoe de ontwikkeling van een embryo gaat.
  • Leg uit welke effecten het zwangerschapshormoon heeft.

  • Volgende les: voorbehoedsmiddelen.
timer
0:30
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • uitleggen hoe de verschillende voorbehoedsmiddelen een zwangerschap voorkomen.
  • uitleggen hoe een condoom gebruikt moet worden.
  • uitleggen wat coïtis interruptus en periodieke onthouding is en waarom dit geen betrouwbare methoden zijn.
  • beschrijven welke noodgevallen er kunnen plaatsvinden bij een ongewenste zwangerschap.

Slide 21 - Tekstslide

Voorkomen van zwangerschap
Voorbehoedsmiddel

Voorkomen dat de vrouw zwanger wordt. 

1) voorkomt zwangerschap
2) makkelijk in gebruik
3) niet schadelijk voor gezondheid

Condooms, pil, anticonceptiepleister, 
hormoonstaafje, spiraaltje, sterilisatie, coïtus 
interruptus en periodieke onthouding           

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Andere methoden
Coïtus interruptus: penis terugtrekken vòòr zaadlozing. Niet betrouwbaar: voorvocht.

Periodieke onthouding: geen seks tijdens vruchtbare periode. Niet betrouwbaar: moeilijk te bepalen.
Rond welke dag in de cyclus is dat?

Slide 24 - Tekstslide

Noodgevallen
  • Pil vergeten
  • Morning-afterpil


Ongewenste zwangerschap:
gesprekken met arts, eventueel embryo
laten weghalen: abortus. Zeer heftige
ingreep (mentaal en fysiek).

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten van 11.2:
Basis: (5-9, 11) 13 t/m 17 en 19 t/m 21
Extra oefening: 3, 4 en 10

Slide 26 - Tekstslide

Deze les
  • Leerdoelencheck
  • Nakijken 11.2
  • Biobits
  • Extra oefenen




Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelencheck!
  1. Lees het leerdoel.
  2. Denk na over jouw antwoord (30 seconden).
  3. Overleg in tweetallen over het antwoord (2 minuten).
  4. Klassikaal delen.




Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • uitleggen hoe de verschillende voorbehoedsmiddelen een zwangerschap voorkomen.
  • uitleggen hoe een condoom gebruikt moet worden.
  • uitleggen wat coïtis interruptus en periodieke onthouding is en waarom dit geen betrouwbare methoden zijn.
  • beschrijven welke noodgevallen er kunnen plaatsvinden bij een ongewenste zwangerschap.
timer
0:30
timer
2:00

Slide 29 - Tekstslide

Keuze
  • Opdrachten maken van 11.2:
Basis: 5-9+11 + 13-22
Extra oefening: 1-4 en 10 of Tekenen (zie hieronder)

  • Tekenen: teken de baarmoeder met eierstokken en eileiders. Teken de volgende gebeurtenissen in de tekening: eisprong, bevruchting, delen van bevruchte eicel, innesteling, ontstaan embryo en vormen van vlokken (gebruik hiervoor bron 2 en 3)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Doel
Aan het einde van deze les kun je:
  • een zaadcel en een eicel onder een microscoop herkennen.
    -> Teken 1 zaadcel
    -> Teken 3 verschillende follikels met eicel erin
  • de grootte van een eicel en zaadcel berekenen op basis van vergroting van een microscoop.

Slide 32 - Tekstslide

Zaadcel en eicel lengte
Zaadcel= 2cm/400=0,005cm= 0,05mm
Eicel= 6cm/400= 0,015cm=0,15mm

Eicel ten opzichte van zaadcel=3x zo groot

Slide 33 - Tekstslide