2. Weten hoe je een botbreuk kunt herkennen / ermee dealen.
3. Verschil benoemen tussen scoliose en kyfose
4. Weten waarom er kraakbeen schijven tussen de wervels zitten.
Slide 4 - Tekstslide
Alles over Botbreuken
1. Botten kunnen een schok absorberen of 'meebuigen'.
Slide 5 - Tekstslide
Open / Gesloten breuk
De open wond afdekken | Koelen
Slide 6 - Tekstslide
Verbrijzeling
Meerdere breuken in hetzelfde botstuk
In sommige gevallen dien je geopereerd te worden.
Slide 7 - Tekstslide
Herkennen
1) Een gedeelte van het lichaam niet meer kunnen bewegen.
2) Zwelling / blauw.
3) Foto laten maken > Gips!
Slide 8 - Tekstslide
Wervelkolom
Slide 9 - Tekstslide
Weetjes
1. S-vorm
2. Veel lange, belangrijke spieren hechten zich aan de wervels
3. Tussen de wervels zit kraakbeen. Hierdoor kan de wervelkolom bewegen.
4. We hebben 26 wervels waarvan een aantal vergroeid zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Wervelkolom
S-vorm
In sommige gevallen wijkt de vorm af. Dit zorgt voor pijn.
Waarom?
Slide 11 - Tekstslide
Scoliose /Kyfose
Scoliose: De wervelkolom is niet recht.
Kyfose: De wervelkolom is te sterk rondgebogen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Pauze
Slide 14 - Tekstslide
Schoolwerk
1. Maak vraag 2, 10, 11 & 12. (Allen zijn nu beantwoord.
2. Lees hoofdstuk 1 door. > Kopieer de belangrijke woorden > Plak de belangrijke woorden in het kernwoorden tabel. > Vul de tweede kolom in eigen woorden in met de betreffende definitie.
Slide 15 - Tekstslide
Lesdoelen
1. De twee soorten breuken benoemen
2. Weten hoe je een botbreuk kunt herkennen / ermee dealen.
3. Verschil benoemen tussen scoliose en kyfose
4. Weten waarom er kraakbeen schijven tussen de wervels zitten.