Les 10 3HT schooljaar 2024/25 (kw 41)

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hallo Klasse 3HT! 

Slide 2 - Tekstslide

Heute, liebe Leute:
GOTD- Samah
Proefwerk- was kommt?





 

Slide 3 - Tekstslide

Vorhang auf für Samah!

Slide 4 - Tekstslide

Ihr seid dran!
Verbeteringen?
Ja, welke?
Nee, waarom?
Wat vond je goed?

Slide 5 - Tekstslide

Bereit für die Klausur? 

Slide 6 - Tekstslide

Wiederholung
Jetzt folgen ein Paar Wiederholungsfragen

Slide 7 - Tekstslide

Präteritum ist:
A
voltooide tijd
B
tegenwoordige tijd
C
verleden tijd

Slide 8 - Quizvraag

(wissen) ..... er das nicht? (Präteritum)
A
wüsstet
B
wusste
C
wüßte
D
weiß

Slide 9 - Quizvraag

Präteritum (vt)
sein
A
ich bin
B
ich was
C
ich war
D
ich ware

Slide 10 - Quizvraag

Präteritum (vt)
sein
A
ihr seit
B
ihr wart
C
ihr waret
D
ihr seid

Slide 11 - Quizvraag

Präteritum (vt)
haben
A
du hattest
B
du habest
C
du habtest
D
du habte

Slide 12 - Quizvraag

Präteritum (vt)
haben
A
wir hatten
B
wir habten
C
wir hattet
D
wir haten

Slide 13 - Quizvraag

Präteritum
haben
A
du hattest
B
du hatest
C
du habtest
D
du habte

Slide 14 - Quizvraag

Wir______den Kuchen gebacken!(präteritum)
A
hatte
B
hattest
C
hattet
D
hatten

Slide 15 - Quizvraag

Michael ........ zwei Brüder.
(Präteritum)

A
hatte
B
hattest
C
hattet
D
hatten

Slide 16 - Quizvraag

Präteritum
werden (worden)
A
er werdet
B
wir wurdet
C
er wurde
D
ihr wurdst

Slide 17 - Quizvraag

Präteritum
sein
A
ich bin
B
ich was
C
ich war
D
ich ware

Slide 18 - Quizvraag

Präteritum
sein
A
ihr seit
B
ihr wart
C
ihr waret
D
ihr seid

Slide 19 - Quizvraag

Präteritum
haben
A
wir hatten
B
wir habten
C
wir hattet
D
wir haten

Slide 20 - Quizvraag

.......................... ihr im Laden? (Präteritum)
A
waren
B
Ist
C
wart
D
Sein

Slide 21 - Quizvraag

Voltooid deelwoord

Weet jij nog hoe je het voltooid deelwoord maakt?

Slide 22 - Tekstslide

Weet je nog hoe je de voltooid tegenwoordige tijd in het Duits maakt van zwakke werkwoorden?
Wat is de hoofdregel ?
A
ge+stam+et
B
ge+stam+edt
C
ge+stam+t

Slide 23 - Quizvraag

Voltooid tegenwoordige tijd zwakke ww
Ich ... mein Auto ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van putzen
A
hat geputzt
B
habe geputzt
C
habe geputzet
D
habe putzt

Slide 24 - Quizvraag

Voltooid tegenwoordige tijd zwakke ww
Du ... am Montag ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van arbeiten
A
habe gearbeitet
B
habe gearbeit
C
hast gearbeitet
D
hast arbeit

Slide 25 - Quizvraag

Voltooid tegenwoordige tijd zwakke ww
Du ... am Montag ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van wohnen
A
habe gewohnt
B
habe gewohnen
C
hast gewohnt
D
hast wohnen

Slide 26 - Quizvraag

Voltooid tegenwoordige tijd zwakke ww
Ihr ... eine tolle party ...
1e puntjes = vorm van haben
2e puntjes = voltooid deelwoord van organisieren
A
habt organisiert
B
habt georganisiert
C
hat organisiertt
D
hast georganisiert

Slide 27 - Quizvraag

Zeitangaben

tijdsbepaling

Slide 28 - Tekstslide

Hast du ......... Dezember Geburtstag?
A
im
B
um
C
am

Slide 29 - Quizvraag

........ Donnerstag trainiere ich immer.
A
Im
B
Um
C
Am

Slide 30 - Quizvraag

Wollen wir uns heute Abend ......... 20:00 Uhr treffen?
A
am
B
um
C
im

Slide 31 - Quizvraag

Kommst du ....... Nachmittag vorbei?
A
am
B
um
C
im

Slide 32 - Quizvraag

Diese Ausstellung dauert .......... Montag ........... Sonntag.
A
um, um
B
am, im
C
von, bis

Slide 33 - Quizvraag

Fängt die Schule .......... September wieder an?
A
am
B
um
C
im

Slide 34 - Quizvraag

Abschluss
Kapitel 1

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


 Kapitel 1
Worte und Grammatik lernen!










Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Ausblick zur nächsten Stunde

  • Kapitel 2- Stuttgart




Slide 38 - Tekstslide

Tschüss und Dankeschön!

Slide 39 - Tekstslide