Het Christendom: Het kloosterleven

Het Christendom
Les 3: Het kloosterleven
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Het Christendom
Les 3: Het kloosterleven

Slide 1 - Tekstslide

Les 3: Het kloosterleven (doel)
In deze les leren jullie:
- Kloosters zagen er bijna allemaal hetzelfde uit. Binnen de muren was een tuin met gebouwen eromheen. De kerk was het belangrijkste gebouw.
- Nonnen en monniken leefden in de kloosters. Ze moesten zich aan strenge regels houden.
- De monnik Benedictus bedacht regels die door veel kloosters werden overgenomen. Van Benedictus moest je arm, kuis en gehoorzaam zijn.
- Een dag in het klooster verliep altijd hetzelfde. Je vulde de dag met bidden, werken en rusten.

Slide 2 - Tekstslide

Stap 1: Een klooster van dichtbij
Ga naar de onderstaande website en bekijk een klooster van binnen!

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1: Een klooster van dichtbij
In een kloostertuin stonden veel kruiden en planten. Deze waren bedoeld om te eten, maar vooral om medicijnen te maken. Sommige nonnen of monniken waren dokters.
Rondom de kloostertuin lagen kloostergangen. Die waren overdekt, zodat je altijd droog kon lopen. Eén kan was open, zodat je naar de tuin kon kijken.

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1: Een klooster van dichtbij
De kerk was het belangrijkste gebouw in een klooster. Daar gingen nonnen en monniken bidden en zingen. Er waren meerdere kerkdiensten per dag, deze waren verplicht.
Er waren grote en kleine kloosters, maar bijna ieder klooster had een grote eetzaal (refter) en er waren cellen (kleine slaapkamertjes voor de nonnen en monniken). Ook was er een bibliotheek, daar werden oude boeken bewaard. Gelukkig maar, want daardoor zijn die boeken er nu nog.

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de namen naar de goede plek in het klooster
de kloostergang
de kerk
de kloostertuin
de poort

Slide 6 - Sleepvraag

de kloostertuin
de kloostergang
de kerk
de refter
een cel
de bibliotheek
Links staan ruimtes in een klooster, wat waren dat voor ruimtes? Sleep de antwoorden naar de goede plek.
een overdekte gang om de binnentuin
de eetzaal
een slaapkamertje
een verzamelplaats van boeken
de tuin met kruiden en planten
het gebouw voor gebed en zingen

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

Stap 2: Monnikenwerk
Kennis:
Na de volksverhuizingen was de kennis van de Romeinen verdwenen. Alleen kloosters bewaarden nog Romeinse boeken. Die waren allemaal in het Latijn geschreven. Ook die taal raakte vergeten in de gewone wereld. Maar niet in de kloosters. Monniken lazen de teksten en schreven ze over voor anderen. Zo bewaarden ze de ideeën van de Christenen en de Romeinen.
Boeken:
Ken je de uitdrukking 'Wat een monnikenwerk'? Dat betekent dat je heel veel geduld moet hebben om een heel precies werkje te doen. Monniken waren soma maanden of jaren bezig om een boek te maken. Ze schreven letter voor letter met de hand. Steeds opnieuw doopten ze hun ganzenveer in de inktpot. En als ze een keertje knoeiden? Dan moest die bladzijde opnieuw.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2: Monnikenwerk
Versieringen:
Een bijzonder boek werd door de monniken prachtig versierd. De 
hoofdletters werden aparte tekeningen. De kantlijnen kregen 
krullen als versiering. Als alle bladzijdes waren gemaakt, werden 
de vellen samengebonden in een groot en dik boek.

Nonnenwerk?
Er waren maar weinig vrouwen die boeken maakten in de kloosters. Maar nonnen moesten net zo hard werken. Ze maakten prachtig geborduurde wandkleden. Draadje voor draadje haalden ze door de stof

Slide 10 - Tekstslide

Wat zou er zijn gebeurd met de teksten van de Romeinen als er geen kloosters waren geweest?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Hier zie je een tekening. De monnik beloof aan de abt 3 dingen. Sleep de 3 beloften op de juiste plaats.
arm
rijk
aardig
gemeen
kuis
gehoorzaam
ongehoorzaam
trouw
lief

Slide 13 - Sleepvraag

Benedictus (uit een eerder filmpje) bedacht nog een dagindeling voor de kloosterlingen. Wat moesten kloosterlingen doen op een dag?

Slide 14 - Open vraag

Stap 4: Een dag in het klooster
Hoe zag een dag in het klooster eruit?
04.00 uur: Midden in de nacht wordt je wakker op de slaapzaal. Het is nog koud en donker, maar het is tijd om op te staan. De anderen wenken je. In een lange rij loop je naar de kerk. Daar zing je gebeden over Jezus Christus. Dan wordt het licht. Het is tijd om te studeren.

07.00 uur: Weer ga je naar de kerk. Nu is er een andere dienst. Je maag knort, maar je moet nog even wachten. Pas als de dienst is afgelopen, kun je naar de eetzaal. Er is brood, kaas en melk. Heerlijk! Daarna is het tijd om te werken. Het is jouw taak om de kruiden in de tuin te verzorgen.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4: Een dag in het klooster
12.00 uur: Het is weer tijd voor het gebed. Iedereen stopt met werken en gaat naar de kerk. 
De klok luidt al. Na de dienst eet je groentesoep en pannenkoeken. Het is jouw 
beurt om voor te lezen uit de Bijbel. Als je maar niet gaat stotteren! Na de 
maaltijd maak je een hoestdrank van wat kruiden.

17.00 uur: Weer luidt de klok. Je holt naar de kerk. Je was zo druk bezig 
met je werk dat je bijna te laat komt. De modder zit nog op je knieën. 
Tijdens de dienst wordt een extra lied gezongen over Maria, de moeder 
van Jezus. Zo mooi, de tranen springen je in de ogen. Snel veeg je ze weg. 
Je denkt aan het eten straks: groente, fruit en kaas. Lekker. En na het avondeten 
mag je rusten. Wat zul je gaan doen? Een boek lezen? Een wandeling maken? 
Je hebt nog geen idee.

Slide 16 - Tekstslide

Welke tijd zou jij als kloosterling het leukst vinden en waarom?

Slide 17 - Woordweb

Dit weet ik nu:
- Kloosters zagen er bijna allemaal hetzelfde uit. Binnen de muren was een tuin met gebouwen eromheen. De kerk was het belangrijkste gebouw.
- Nonnen en monniken leefden in de kloosters. Ze moesten zich aan strenge regels houden.
- De monnik Benedictus bedacht regels die door veel kloosters werden overgenomen. Van Benedictus moest je arm, kuis en gehoorzaam zijn.
- Een dag in het klooster verliep altijd hetzelfde. Je vulde de dag met bidden, werken en rusten.

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb ik vandaag geleerd?

Slide 19 - Woordweb