B1 Voortplantingsstelsel van een man

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B1 Voortplantingsstel van een man
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B1 Voortplantingsstel van een man

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Paragraaf 1 : Voortplanting stelsel van een man

2.1.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man met hun ligging, bouw en functies noemen, in een afbeelding aanwijzen en hun werking beschrijven.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Uitwendige mannelijke geslachtsorganen
De penis bestaat uit de schacht, de eikel en de voorhuid. De eikel is gevoelig, reageert op aanraking. De voorhuid ligt om de eikel en beschermt de eikel beschermt de eikel. 

Bij een besnijdenis wordt de voorhuid, of een deel hiervan, weggehaald. Besnijden gebeurt om godsdienstige, medische of hygiënische redenen. 


Slide 4 - Tekstslide

Inwendige mannelijke geslachtsorganen
In de teelbal worden zaadcellen gemaakt deze worden opgeslagen in de bijbal.

Samen zitten de teelbal en de bijbal in de balzak deze hangt buiten het lichaam en hier is de tempratuur iets lager dan in de rest van het lichaam dit is beter voor de zaadcellen.

Via de zaadleider worden de zaadcellen vervoerd.

Slide 5 - Tekstslide

Erectie
De penis hangt meestal slap, maar hij kan ook groter en stijf worden. Dat noem je een ‘stijve’ of een erectie.
 In de Penis liggen om de urinebuis zwellichamen.  

Je hebt totaal 3 zwellichamen.
 1 aan de onderkant en 2 aan de bovenkant (links en rechtst) . 

Slide 6 - Tekstslide

in gewone toestand (slap)
in erectie

Slide 7 - Tekstslide

zaadlozing
Met een stijve penis kan een man zaadcellen in het lichaam van een vrouw brengen. Dat gebeurt tijdens geslachtsgemeenschap (‘neuken’).

Door de bewegingen wordt de eikel van de man steeds geprikkeld waardoor er een zaadlozing kan plaatsvinden. 

Per zaadlozing komt ongeveer 1 theelepel sperma uit de penis (ongeveer 50 tot 150 miljoen zaadcellen!!).

Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt een zaadlozing?
1. Zaadleiders vervoeren zaadcellen uit de bijballen richting de prostaat.
2. Zaadblaasjes voegen vocht toe aan de zaadcellen.
3. Prostaat voegt ook vocht toe aan zaagcellen. 
4.Vanuit de prostaat gaat sperma de urinebuis in.
5. Het sperma komt via de eikel uit de penis.

Sperma bestaat dus uit zaadcellen en vocht. 

De urinebuis vervoert ook urine. Voor een zaadlozing komt vaak eerst voorvocht uit de urinebuis. Dit voorvocht maakt de urinebuis schoon. Voorvocht kan al een klein aantal zaadcellen bevatten!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

zaadcellen
Een zaadcel is de kleinste menselijke cel. 
Met de zweepstaart kan een zaadcel zich voortbewegen.
 Daardoor kunnen de zaadcellen na een zaadlozing de baarmoeder en de eileiders in ‘zwemmen’. 
Komen ze in de eileider een eicel tegen, dan kan die bevrucht worden.

Een eicel kan niet zelf bewegen en leeft maar 24 uur.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!


Opdracht 1 t/m 3

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk


Maak opdracht 4 t/m 7 in een schrift.

Slide 13 - Tekstslide

Urineblaas

Slide 14 - Sleepvraag