Semana 40 - Gustar y emociones

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Metas Doelen

Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé hablar de mis gustos kan ik praten over wat ik wel/niet leuk vind

2. ...sé usar el verbo 'gustar' kan ik het werkwoord 'leuk vinden' gebruiken

REPASO : Gustar

¿Cómo se usa?

Gustar Leuk vinden/houden van

Het werkwoord 'gustar' gaat anders dan andere werkwoorden:

ik vind ... leuk : Me gusta 

jij vindt ... leuk : Te gusta  

hij/zij/hen/u vindt ... leuk : Le gusta 

Achter 'gusta' komt wat er dan leuk gevonden wordt: 

> Me gusta dormir. Ik houd van slapen.

> ¿Te gusta el español? Vind jij Spaans leuk?

Gustar Leuk vinden

A mí	(no)	me		leer libros
A ti	(no)	te	gusta	ver películas
A él/ella/usted A Juan A Lucía	(no)	le		el libro
A nosotros/-as	(no)	nos		la película
A vosotros/-as	(no)	os	gustan	los libros
A ellos/-as A Juan y Lucía A Lucía y Ana	(no)	les		las películas

gusta / gustan

                       leer libros                los libros

                       ver películas           las películas

                       el libro                     

                       la película

Gustar Leuk vinden/houden van

Als hetgeen wat leuk gevonden wordt een werkwoord óf een woord in het enkelvoud is, gebruik je gusta. Maar staat dat woord in het meervoud, dan gebruik je gustan:

> Me gusta el cómic. Ik vind het stripboek leuk.

> Me gustan los cómics. Ik vind (de) stripboeken leuk.

!

Reaccionar Reageren op wat iemand leuk vindt

Als je het werkwoord 'gustar' gebruikt, 

gebruik je a mí / a ti / a él / a ella / a usted. 

> Yo también vivo en Haren Ik woon ook in Haren

> A mí también me gusta Haren Ik vind Haren ook leuk

¡Practicad! Oefen!

Haced: LE p 10 ejs 12,14

y también haced: LE p 22 ej 11,12 

Encantar  betekent iets geweldig vinden en werkt hetzelfde als gustar.

Deberes Huiswerk

- estudiad: el verbo gustar 

- haced: tarea práctica 

¡Hasta pronto!

Metas Doelen

Después de esta clase... Na deze les...

1. ...sé decir cómo me siento en situaciones kan ik vertellen hoe ik mij voel in bepaalde situaties 

REPASO : Ser feliz vs. estar feliz

¿Cuál es la diferencia?

Estar + gevoel

Wanneer voel jij je blij/verdrietig/

boos/nerveus/verveeld/moe? 

Maak 6 zinnen.

Estoy feliz cuando...

Ponerse + gevoel

Je kunt ook 'ponerse' gebruiken om te praten over gevoel. 

Ponerse heeft veel betekenissen, 

maar in dit geval betekent het 'worden' 

(bijvoorbeeld boos worden).

                             Me pongo nerviosa cuando

                             tengo que presentar.

yo	me pongo
tú	te pones
él/ella/usted	se pone
nosotros/-as	nos ponemos
vosotros/-as	os ponéis
ellos/ellas/ustedes	se ponen

Ponerse heeft dus nog veel meer betekenissen

Deberes Huiswerk

- hacer y corregir: LE p 28-31 ejercicios 6,7,11,13,15

- estudiar: el verbo ponerse