- Vertel hoe je heet,
waar je
geboren bent en waar je nu
woont.
- Vertel met wie je nu woont.
- Vertel wat je hobby’s zijn
- Vertel wat je lievelingseten is.
- Als je een dier zou zijn, welk dier zou je dan zijn? En waarom? Noem twee argumenten. Gebruik hierbij voegwoorden zoals maar, want en omdat.
- Welke beroepen lijken je leuk? Noem minimaal twee beroepen en vertel waarom deze beroepen je leuk lijken. Gebruik hierbij voegwoorden zoals maar, want en omdat.