Les 1: Introductie laatste periode

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

4 MAVO

Periode 4

EXAMENVOORBEREIDING

--

Les 1: 

Introductie

[e-mail]

Wat gaan we doen vandaag?

• Reminder PO
• Planning doornemen

• H1: Weerelementen en temperatuurfactoren

PO Aardrijkskunde

Lever dit z.s.m. in, anders mag je geen eindexamen doen.

De verplaatste deadline stond op 14 maart...

ZORG DAT JE HET ALLEBEI INLEVERT

Hoe ziet de laatste periode eruit?

Herhaling van alle onderdelen.

• Na elk onderdeel een deel van een oud examen.
• Bespreking laatste SE.
• Tips & tricks richting het eindexamen.

Ik ga precies vertellen waarop je je moet focussen richting het eindexamen. Dit is 50% van je eindcijfer.

Planning laatste periode

Hoe gaan we aan de slag?

Weer en klimaat

• Herhaling + onderdeel oud examen

Bevolking en ruimte

• Herhaling + onderdeel oud examen

Water

• Herhaling + onderdeel oud examen

Ook deze keer werken we weer a.d.h.v. een kennen- en kunnenlijst, 

er komt niets nieuws meer bij.

Les gemist?

Bekijk écht de LessonUp in Google Classroom.

Maak het huiswerk in Magister.

Iets onduidelijk? Vraag het.

Je krijgt nu de kennen- en kunnenlijst voor de laatste periode.

BEWAAR DEZE GOED!

Hoofdstuk 1 t/m 3: Weer en klimaat

Weer en klimaat

Bestaat uit H 1 t/m 3 + casusparagrafen

HET GROENE BOEKJE

• Je leert weer en klimaat met het groene boekje.

Gebruik ook de oude LessonUps per onderdeel!

Dit komt sowieso in jouw examen:

Weerelementen

en

Temperatuurfactoren

Belangrijke lesdoelen H1:

1. Je kan de 5 weerelementen noemen.

10. Je kan van de volgende 5 temperatuurfactoren uitleggen hoe deze het klimaat beïnvloeden: breedteligging, hoogteligging, gesteldheid van het aardoppervlak, aanlandige/aflandige wind, zeestromen.

Je kan de 5 weerselementen noemen.

Weerselementen - Het weer wordt beïnvloed door elementen.

1. Wind
2. Neerslag
3. Temperatuur
4. Bewolkingsgraad
5. Luchtdruk

5 temperatuurfactoren

Temperatuurfactoren bepalen de temperatuur ergens op aarde.

1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Gesteldheid v/h aardoppervlak
4. Aanlandige/aflandige wind
5. Zeestromen

1. Breedteligging

Hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer.

1. Op lage breedte ( = dichtbij evenaar) verwarmen zonnestralen een kleiner oppervlak.
   
2. Op lage breedte reist een zonnestraal korter door de dampkring (figuur 7)

2. Hoogteligging

Hoe hoger, hoe kouder. -- 

        Als je 100 meter stijgt, daalt de temperatuur met 0,6 graden.

3. Gesteldheid van het aardoppervlak

• Land wordt sneller koud en sneller warm dan water.
  
• Land en water hebben invloed op de temperatuur van de lucht erboven.
  
• Als een stad aan het water ligt zijn de verschillen kleiner.

Strand - water temperatuur?

Strand - water temperatuur?

Binnenland

Aan de kust

4. Aanlandige/aflandige wind

• Aanlandige wind matigt de temperatuur (zomer koel, winter zacht).
  
• Aflandige wind zorgt voor groter temperatuurverschil tussen zomer en winter.
  

Aanlandige wind is wind die aan land komt.

Aflandige wind is wind die van land komt.

Aanlandige wind --> grote verschillen

WIND OP AARDE

Aflandige wind

Aanlandige wind

Temperatuur op hoge- en lage breedte

Temperatuur op hoge- en lage breedte

HOOGTELIGGING

LAAG BIJ ZEE

ZEESTROMEN

AAN- en AFLANDIGE wind

GESTELDHEID

AARDOPPERVLAK

Temperatuur en neerslag

verklaren in de V.S.

MAAK DE KENNEN- EN KUNNENLIJST

Hoofdstuk 1 - 1 t/m 25

Check wat je nog niet weet en stel vragen

Gebruik hiervoor je boeken en de oude presentaties.

De volgende les:

Check hoofdstuk 1 van: Weer en Klimaat

+ Klimaat bepalen