In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Fictie en Non-fictie
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les kun je...
Het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie. Voorbeelden geven van fictieve en non-fictieve teksten. De kenmerken van fictie en non-fictie herkennen en benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al over fictie en non-fictie?
Slide 3 - Woordweb
Definitie van fictie
Een verzonnen verhaal of tekst bedoeld om te amuseren.
Slide 4 - Tekstslide
Doel van fictie
Amusement en het centraal stellen van de beleving.
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeelden van fictie
Leesboeken, films
Slide 6 - Tekstslide
Definitie van non-fictie
Teksten gebaseerd op feiten met als doel te informeren.
Slide 7 - Tekstslide
Doel van non-fictie
Informatie verstrekken gebaseerd op feiten.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeelden van non-fictie
Leerboeken, nieuwsberichten
Slide 9 - Tekstslide
Herkennen van fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen, gericht op amusement. Non-fictie: gebaseerd op feiten, informatief.
Slide 10 - Tekstslide
Definitie van Fictie en Non-fictie
Fictie: Een verzonnen verhaal of tekst bedoeld om te amuseren. Non-fictie: Teksten gebaseerd op feiten met als doel te informeren.