verleden tijd werkwoorden

Werkwoorden
verleden tijd
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 4-6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden
verleden tijd

Slide 1 - Tekstslide

doel van de les
ik begrijp het als mensen over vroeger praten. 

Slide 2 - Tekstslide

weet je nog?
de jongen
gooit
de bal

Slide 3 - Tekstslide

de jongen gooit de bal
de jongen gooide de bal
nu
toen

Slide 4 - Tekstslide

het meisje eet de pizza
het meisje at de pizza
nu
toen

Slide 5 - Tekstslide

de tijd van NU
de tijd van NU heet tegenwoordige tijd.

het gebeurt NU
het is niet klaar.

Slide 6 - Tekstslide

de tijd van TOEN
de tijd van TOEN heet verleden tijd.

het gebeurde TOEN
je stapt terug in het verleden en iets is dan nog bezig.

Slide 7 - Tekstslide

NU
(tegenwoordige tijd)

de jongen gooit de bal.
het meisje eet de pizza.
de moeder kookt de soep.
de vader rijdt in de auto.
TOEN
(verleden tijd)

de jongen gooide de bal.
het meisje at de pizza.
de moeder kookte de soep.
de vader reed in de auto. 

Slide 8 - Tekstslide

zwakke werkwoorden

ik werk - ik werkte
ik gooi - ik gooide
ik pak - ik pakte
ik fiets - ik fietste
ik brand - ik brandde

sterke werkwoorden

ik eet - ik at
ik rijd - ik reed
ik vlieg - ik vloog
ik vang - ik ving
ik ga - ik ging
ik lees - ik las

Slide 9 - Tekstslide

Theo en Sasha .......naar school (lopen vt)
A
loopten
B
liepen
C
loopt
D
liep

Slide 10 - Quizvraag

Razzia......een boek (kopen vt)
A
koopte
B
kocht
C
koopde

Slide 11 - Quizvraag

Gleb .....zijn vinger (verbranden vt)
A
verbrandde
B
verbrande
C
verbranden
D
verbrandt

Slide 12 - Quizvraag

Stella.....op haar gitaar (spelen vt)
A
speelt
B
spelde
C
speel
D
speelde

Slide 13 - Quizvraag

Isaac ....naar huis. (fietsten vt)
A
fietsde
B
fietst
C
fietste
D
fietsen

Slide 14 - Quizvraag

Hij.......gisteren naar de stad (gaan vt).

Slide 15 - Open vraag

Freja en Alice........naar de winkel (rennen vt)

Slide 16 - Open vraag

Alex .......op de bus (wachten vt).

Slide 17 - Open vraag

Ik weet hoe ik de verleden tijd van een wekrwoord kan maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll