1B -WEEK 5- LES 1

Good morning 1B!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Good morning 1B!

Slide 1 - Tekstslide

WEEK 5
TUESDAY
THURSDAY
Check WEEK 4 + Grammar 3.5
Whatever YOU need..
DE PLANNER & HET HUISWERK ZULLEN OOK IN MAGISTER KOMEN TE STAAN.
WEDNESDAY
Grammar 3.7
Bezittelijke vnw. +Alfabet

Slide 2 - Tekstslide

Homework

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
De leerling weet wat  grammatica much/many is.
      De leerling kan in eigen woorden vertellen wat de regel van much/many is.

Slide 4 - Tekstslide

much and many

much = veel
many = veel
Wanneer gebruiken we much en wanneer many?

Slide 5 - Tekstslide

Kijk naar de voorbeelden

wat zou de regel kunnen zijn?


I don't have much money.
How many friends do you have?
He has got many books.
They drink much coffee.

Slide 6 - Tekstslide

de regel
Much gebruik je voor "uncountable" nouns = znw die geen meervoud hebben bv money
Many gebruik je voor "countable"nouns = znw die een meervoud hebben bv coins

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekenen de woorden
much & many?

Slide 8 - Woordweb

MUCH
MANY
trainers
boots
salt
people
time
advice
children
water
sheep
money
cheese
homework

Slide 9 - Sleepvraag

Telbaar
Ontelbaar
Euros
A loaf of bread
Money
Bread
People
a cup of coffee
book
sand
Telephone
information
hour
egg
milk
Time
food
dog
air
coffee

Slide 10 - Sleepvraag

Much or many?

Slide 11 - Tekstslide

I have got ...................................sisters.
A
MANY
B
MUCH

Slide 12 - Quizvraag

There is .........................wind today.
A
MANY
B
MUCH

Slide 13 - Quizvraag

7. Are there .... customers in the shop?
A
much
B
many

Slide 14 - Quizvraag

5. There wasn't ..... sun.
A
much
B
many

Slide 15 - Quizvraag

There are............................people in New York.
A
MANY
B
MUCH

Slide 16 - Quizvraag

FINISH
week 4 BEFORE 4pm!

Slide 17 - Tekstslide

New grammar: alphabet
Verwarrende letters:

Nederlands
Engelse uitspraak
A
EE
E
IE
I
AAI
H
EETSJ
W
DABBEL JUU
Y
WAAI

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

She has a book.
It is ___ book.
A
her
B
his
C
she
D
its

Slide 20 - Quizvraag

The cat has a collar.
____ collar is the colour red.
A
her
B
his
C
its
D
our

Slide 21 - Quizvraag

We are called Smith.
____ last name is Smith.
A
we
B
us
C
your
D
our

Slide 22 - Quizvraag


Do you have any questions?

Slide 23 - Open vraag

WORK ON WEEK 5

Slide 24 - Tekstslide