Schaduwen en Spiegels - extra oefening - lang

Schaduwen en Spiegels
- Extra Oefening
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceNatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Schaduwen en Spiegels
- Extra Oefening

Slide 1 - Tekstslide

hoe ziet je spiegelbeeld eruit in een gewone spiegel
A
even groot als jezelf
B
groter dan jezelf
C
kleiner dan jezelf

Slide 2 - Quizvraag

In een spiegel zie je het spiegelbeeld van een bloempot.
Waar lijkt het spiegelbeeld van de bloempot te staan?

A
voor de spiegel
B
op de spiegel
C
even ver achter de spiegel als je zelf voor de spiegel staat
D
even ver achter de spiegel als de bloempot voor de spiegel staat

Slide 3 - Quizvraag

Waarom is het spiegelbeeld van een spiegel scherper dan dat van water?
A
Dit komt omdat water licht deels door laat en deels weerkaats.
B
Inkomende lichtstralen gaan door het wateroppervlak heen.
C
De spiegelwet is bij water niet van toepassing.
D
Het oppervlak van water is niet vlak waardoor licht wordt verstrooid.

Slide 4 - Quizvraag

Je ziet een spiegel.

Waarvoor wordt de spiegel gebruikt?
A
Achteruit kijken
B
om de hoek kijken

Slide 5 - Quizvraag

Wat valt je op als je de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel vergelijkt met die van het voorwerp tot de spiegel?
A
Van spiegelbeeld is groter
B
Van voorwerp is groter
C
Evengroot

Slide 6 - Quizvraag

De rode lijn is de spiegelas. Vierhoek A'B'C'D' is het spiegelbeeld van vierhoek ABCD. Welk spiegelpunt is verkeerd getekend?
TIP: gebruik je geodriehoek!

Slide 7 - Open vraag

In deze ster is 1 spiegelas getekend.
Hoeveel spiegelassen zijn er in totaal?

Slide 8 - Open vraag

Sleep het juiste woord naar de juiste plaats:
De afstand van                            tot de spiegel is gelijk aan de afstand van het origineel tot de spiegel.

De lichtstraal van het origineel naar je oog loopt via het punt waar de zichtlijn                                 raakt.
de spiegel
het spiegelbeeld
het origineel
de zichtlijn
de lichtstraal

Slide 9 - Sleepvraag

Hoek van terugkaatsing
Hoek van inval
Normaal
Spiegel

Slide 10 - Sleepvraag

holle spiegel
bolle spiegel

Slide 11 - Sleepvraag

Iemand kijkt in de spiegel. Ze houdt de spiegel op 3 verschillende plekken. Zet de foto waar ze het meeste van haarzelf ziet links, en waar ze het minste van haarzelf ziet rechts.

Slide 12 - Sleepvraag

spiegelende terugkaatsing
Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
diffuse terugkaatsing

Slide 13 - Sleepvraag

Spiegel het figuur in de rode lijn.
Doe dit door de onderstaande stukken in de juiste volgorde te slepen.

Slide 14 - Sleepvraag

Spiegel het figuur in de rode lijn.
Doe dit door de onderstaande stukken in de juiste volgorde te slepen.

Slide 15 - Sleepvraag

Een make-up spiegel is een holle spiegel. Geeft deze spiegel een groter OF kleiner gezichtsveld dan in een vlakke
A
Groter
B
Kleiner

Slide 16 - Quizvraag

In een bolle spiegel is het gezichtsveld ... dan bij een normale spiegel.
A
Groter
B
Kleiner
C
Even groot
D
Donkerder

Slide 17 - Quizvraag

met een bolle spiegel kan je meer 'spiegelbeeld zien'
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Is dit een spiegeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Is dit een spiegeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Is dit een spiegeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

In de spiegel zie je het spiegelbeeld van een voorwerp.
Dit spiegelbeeld is een:
A
diffuus beeld.
B
indirect beeld.
C
normaal beeld.
D
virtueel beeld.

Slide 22 - Quizvraag

Schaduwen

Slide 23 - Tekstslide

Wie is sneller dan zijn schaduw?
A
De zon
B

Slide 24 - Quizvraag

Hoe ontstaat schaduw?
A
door licht
B
door licht dat wordt tegengehouden

Slide 25 - Quizvraag

Wat weet je over schaduw?
A
Ze ontstaan als het licht van een lichtbron wordt tegengehouden
B
Het gebied tussen de randstralen heet: schaduwgebied
C
Bij 1 lichtbron is er een duidelijk schaduwbeeld
D
Alle andere antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quizvraag

Klopt de schaduw?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Van wie is de schaduw het langst?
A
Man
B
Vrouw
C
Even lang

Slide 28 - Quizvraag

De zon schijnt en geeft schaduw bij de paaltjes. Hoe teken je
de andere schaduwen?
A
Door een streep op de grond te zetten bij de paaltjes
B
Door loodrecht de lijnen langs de andere lijnen te tekenen
C
maakt niet uit, gewoon tekenen langs de paaltjes
D
lijnen tekenen langs de paaltjes die allemaal evenwijdig zijn aan elkaar.

Slide 29 - Quizvraag

Wat voor schaduw
is dit?

Slide 30 - Open vraag

Wat is de afstand schaduw?
A
10 cm
B
30 cm
C
40 cm
D
70 cm

Slide 31 - Quizvraag

Je wilt de schaduw van een voorwerp tekenen.
Waar teken je de schaduw?
A
tussen de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing
B
tussen de randstralen
C
tussen het voorwerp en de lichtbron
D
tussen het voorwerp en de normaal

Slide 32 - Quizvraag

Je ziet hier het 'Meisje met de parel' van Johannes
Vermeer. Hij heeft veel schaduw geschilderd. Hoe heet
de schaduw tussen de kernschaduw en het lichtste
deel van de schaduw?


Slide 33 - Open vraag

Schaduwen kun je groter en kleiner maken. Hoe maak je een schaduw groter?

Slide 34 - Open vraag

Leguit wat gebeurt hier met de schaduw?

Slide 35 - Open vraag

Wat is het verschil tussen kern schaduw en half schaduw?

Slide 36 - Open vraag

Hoe kan het dat deze voetballer 3 schaduwen heeft?

Slide 37 - Open vraag

Een zebra staat in een stal waarin twee lampen hangen.
In welke tekening is de schaduw van de zebra juist?
juist

Slide 38 - Sleepvraag

randstralen
schaduw

Slide 39 - Sleepvraag

Je wil je verstoppen in de schaduw van een muur, zie de tekening. Waar moet je gaan zitten ?, sleep de figuur

Slide 40 - Sleepvraag

De evenaar
De Noord- en Zuidpool
Zon is laag
Zonnestralen zijn afgekoeld
De zonnestralen zijn nog lekker warm
Zon is hoog
Schaduw is kort
Schaduw is lang

Slide 41 - Sleepvraag