Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
future tense, and prepositions of time and place
Future tenses
and
Prepositions of time and place
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Future tenses
and
Prepositions of time and place
Slide 1 - Tekstslide
Today's goals
- I can use prepositions of time and place correctly
- I can use the future tense correctly
At the end of class:
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
4 ways to create the future simple
Will
- far away future - less certain it will happen - promise
Be going to
- near future - planned - likely to happen
Present continuous
- soon/near future - will happen
Present simple
- future scheduled event e.g. train times
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
She/he/it = ww + s
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Prepositions of time and place
You will have to login to LessonUp to complete these exercises
Slide 10 - Tekstslide
on
tijd: dagen van de week en data.
plaats: oppervlaktes, openbaar vervoer, straten en rivieren
in
tijd: maanden, jaren, seizoenen en delen van een dag.
plaats: steden, landen, in een gebouw of ruimte.
at
tijd: specifieke tijd op een dag en feestdagen.
plaats: specifieke plek, niet iets algemeens.
bijvoorbeeld met een lidwoord ervoor.
Slide 11 - Tekstslide
time: use the triangle
at = specifieke tijden/feestdagen
on = op een specifieke dag
in = heel breed, jaren, maanden, weken, etc.
Je kan dit ook gebruiken bij plaatsen. At = specifiek (naam, adres, plaats > on = minder specifieke straat > in = heel breed steden, gebieden, landen
Slide 12 - Tekstslide
used for specific times of day and holidays.
used for days of the weeks and dates
used for months, years, seasons and parts of the day
used for surfaces, public transport and roads/ streets/ rivers.
used for general places, cities/countries and things inside an area or space.
used for specific locations or particular places.
AT (time)
AT (place)
ON (place)
ON (time)
IN (time)
IN (place)
Slide 13 - Sleepvraag
in
on
at
the first of December
my first birthday
the classroom
the roof of the car
the trainstation
2020
the late evening
8 p.m.
Jeruzalem
The United States
the train
summer
January
my birthday party
Slide 14 - Sleepvraag
In class work
Ex. 26, 27, 28, 29 – Grammar prepositions and future tenses.
Goals: I can make predictions about the future.
I can use prepositions of time and place and future tenses in a sentence.
If not finished, this is homework
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
futures 2B, 2D
Augustus 2022
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
23 t/m 27 september
September 2024
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
14/03/2022 Prep and future tense
Maart 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
week 4.1-1 futures
Augustus 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
D Speaking & Stones and E Writing & Grammar
Februari 2023
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
H3C grammar E-2
December 2021
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3D grammar E-2
December 2021
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2