Herhaling H7: Eigen Omgeving
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Je eigen omgeving is het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 2 - Quizvraag
Een deel van een dorp of stad.
Wat is dit?
Wat is dit?
A
een buurt
B
een winkel
C
een wijk
D
eigen omgeving
Slide 3 - Quizvraag
Noem 3 voorbeelden
van voorzieningen.
van voorzieningen.
Slide 4 - Woordweb
Wat voor soort woningen zie je op de foto?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het verschil tussen koopwoning en een huurwoning?
Slide 6 - Open vraag
Kenmerken van inrichting
Welk woord hoort bij de letters A, B en C?
B
C
Voorzieningen
Wonen
Verkeer
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
De binnenstad van de Kinkerbuurt is nieuw.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 9 - Quizvraag
Renovatie is
A
Huizen opknappen
B
Huizen slopen
C
Slecht onderhouden huizen
D
Goed ouderhouden huizen
Slide 10 - Quizvraag
Wat bedoelen we met stedelijke vernieuwing?
Slide 11 - Open vraag
Huishoudens
Herkomst
Leeftijd
Slide 12 - Sleepvraag
Op welke 2 manieren groeit een bevolking?
A
geboortecijfer-sterftecijfer
B
immigratie- emigratie
C
natuurlijke bevolkingsgroei + sterftecijfer
D
natuurlijke bevolkingsgroei + migratie
Slide 13 - Quizvraag
Een stad heeft 5000 inwoners. In een jaar komen er 300 mensen bij door geboorte en overlijden er 400 mensen.
1. Hoeveel mensen wonen er na een jaar in de stad?
2. Is er sprake van een geboorteoverschot of een sterfteoverschot?
1. Hoeveel mensen wonen er na een jaar in de stad?
2. Is er sprake van een geboorteoverschot of een sterfteoverschot?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het platteland?
A
een gebied met weinig huizen en veel bomen
B
een gebied met weinig huizen en veel open ruimte
C
een gebied met veel huizen en weinig bomen
D
een gebied met veel huizen en veel open ruimte
Slide 16 - Quizvraag
In een landelijk gebied zijn er weinig voorzieningen.
1. Zijn hier vooral gespecialiseerde voorzieningen of dagelijkse voorzieningen?
2. Noem van ieder type voorziening een voorbeeld
1. Zijn hier vooral gespecialiseerde voorzieningen of dagelijkse voorzieningen?
2. Noem van ieder type voorziening een voorbeeld
Slide 17 - Open vraag
Als iemand van een stad naar een voorstad verhuist, noemen we dit .....
A
emigreren
B
agglomeratie
C
suburbanisatie
D
verlandelijken
Slide 18 - Quizvraag
Een agglomeratie is een stad met eraan vastgegroeide dorpen en voorsteden.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 19 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van een stedelijk gebied
Slide 20 - Open vraag
Een verzorgingscentrum is een gebied dat voor stedelijke voorzieningen is aangewezen op een bepaalde stad
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 21 - Quizvraag
Ben je klaar voor de toets? :)
😒🙁😐🙂😃
