Present simple vs present continuous

Present Simple VS Present Continuous 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Present Simple VS Present Continuous 

Slide 1 - Tekstslide

Messi is playing football.
(right now)
Messi plays football.
(but NOT at the moment)

Slide 2 - Tekstslide

Our goals:
  • je weet wat de Present Simple is;
  • je weet  wanneer je de Present Simple gebruikt;
  • je weet wat de Present Continuous is;
  • je weet wanneer je de Present Continuous gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden
Om erachter te komen of iets een feit, gewoonte of regelmatige gebeurtenis is gebruik je signaalwoorden

De signaalwoorden zijn:

usually, often, sometimes, always, never

Slide 7 - Tekstslide

Jimmy ___ to play games.
A
like
B
likes

Slide 8 - Quizvraag

You ___ in Den Bosch.
A
live
B
lives

Slide 9 - Quizvraag

It never ___ in Southern California.
A
rain
B
rains

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Signaalwoorden
Om erachter te komen of iets nu bezig is gebruik je signaalwoorden


De signaalwoorden zijn:
Now, at the moment, currently, Look!/Listen! etc.

Slide 13 - Tekstslide

Choose the Present Continuous.

Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining

Slide 14 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 15 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

We ___ to the pub right now.
A
go
B
are going
C
are go
D
going

Slide 16 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 17 - Quizvraag

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We are dancing all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Present Continuous
1
2
3
4
5

Slide 18 - Sleepvraag

She is playing the piano.
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 19 - Quizvraag

Right now, my parents ___ the Christmas shopping!
A
do
B
are doing

Slide 20 - Quizvraag

I ___ TV every day.
A
watch
B
am watching

Slide 21 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?
  • Present Simple. Wat is het en wanneer gebruik je het?

  • Present Continuous. Wat is het en wanneer gebruik je het?

Slide 22 - Tekstslide

Present Simple

  • Vorm: 
    hele ww + s (he/she/it)

  • Wanneer gebruiken:
    feiten, gewoonte & regelmaat
Present Continous

  • Vorm:
    am / are / is + ww + ing

  • Wanneer gebruiken:
    Als iets nu aan de gang is

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link