(WEEK 6) 1B1 - Unit 3, What do and don't you get?
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
3.1 Present Continuous
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks (meer) van.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
3.2 Question Tags
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks (meer) van.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
3.3 This / That / These / Those
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks (meer) van.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
3.4 One & Ones
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks (meer) van.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
3.5 Veel: Much & Many
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks (meer) van.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
3.7 Bezittelijke voornaamwoorden
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks (meer) van.
