In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefenopgaven M4
Chemie in Onderzoek
M4: Groene Chemie
6 vwo
Slide 1 - Tekstslide
Welke bewering is juist over rendement...
A
kan > 100 % zijn
B
heeft een waarde van 0-100 %
C
Kan negatief zijn
Slide 2 - Quizvraag
Proces 1 heeft een E-factor van 0,8 en proces 2 van 0,4 voor de bereiding van stof x. Welke stelling is juist?
A
proces 1 gebruikt meer energie dan proces 2
B
proces 2 gebruikt meer energie dan proces 1
C
proces 1 gebruikt meer grondstof dan proces 2
D
proces 2 gebruikt meer grondstof dan proces 1
Slide 3 - Quizvraag
Iemand vertelt je dat de E-factor van een bepaald productieproces 0,5 is. Wat betekent dit?
A
per 0,5 kg product ontstaat 1 kg afval
B
per 0,5 kg product ontstaat 0,5 kg afval
C
per kg product
onstaat 0,5 kg afval
D
per kg product
ontstaat 1 kg afval
Slide 4 - Quizvraag
Wat is juist over de atoomeconomie van alcohol in de volgende reactie
C6H12O6→2C2H6O+2CO2
C2H6O
Alcohol =
A
groter dan 100%
B
gelijk aan 100%
C
kleiner dan 100%
Slide 5 - Quizvraag
Wat is juist over de atoomeconomie van ijzer(III)chloride in de volgende reactie
2Fe+3Cl2→2FeCl3
A
groter dan 100%
B
gelijk aan 100%
C
kleiner dan 100%
Slide 6 - Quizvraag
Stel: In 100 g koffie zit 75 mg cafeïne. Na het koffiezetten zit er 40 mg cafeïne in het filtraat. Bereken het rendement van de cafeïne.
A
Rendement = 187,5%
B
Rendement = 53,3%
C
Rendement = 18,8%
D
Rendement = 40%
Slide 7 - Quizvraag
Bereken atoomeconomie voor chloor in de volgende reactie:
2AgCl→Cl2+2Ag
A
70,9%
B
50%
C
24,7%
D
Ik weet niet hoe
Slide 8 - Quizvraag
Bereken het rendement van zuurstof als er uit 40 g kaliumchloraat (KClO3), 12 g zuurstof ontstaat. De kloppende reactievergelijking is:
2KClO3→2KCl+3O2
A
76,4
B
15,7
C
39,2
D
geen idee
Slide 9 - Quizvraag
Methanol
Methanol (CH4O) kun je maken door koolstofmono-oxide (CO) te laten reageren met waterstof (H2). Hierbij ontstaat uitsluitend methanol.
De volgende vragen gaan over bovenstaande reactie.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de kloppende reactievergelijking van:
Methanol (CH4O) kun je maken door koolstofmono-oxide (CO) te laten reageren met waterstof (H2). Hierbij ontstaat uitsluitend methanol.
A
CH4O→CO+H2
B
CO+H2→CH4O
C
CO+2H2→CH4O
D
CH4O→CO+2H2
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de atoomeconomie van de reactie zoals beschreven bij vorige vraag?
A
33 %
B
66 %
C
50 %
D
100 %
Slide 12 - Quizvraag
Bereken het rendement wanneer er uit 1,0 kg koolstofmono-oxide en een overmaat waterstof, maar 0,80 kg methanol gemaakt wordt.
A
B
73 %
C
80 %
Slide 13 - Quizvraag
Maleinezuuranhydride
Maleinezuuranhydride (C4H2O3) wordt gemaakt door benzeen (C6H6) te oxideren met zuurstof waarbij er ook koolstofdioxide en water ontstaat. De kloppende reactievergelijking is:
2 C6H6 (l) + 9 O2 (g) --> 2 C4H2O3 (s) + 4 CO2 (g) + 4 H2O (l)
De vormingswarmte van C4H2O3 is -4,70.105 J/mol
De volgende vragen gaan over deze reactie. Schrijf de uitwerkingen in je schrift op!
Slide 14 - Tekstslide
Bereken de atoomeconomie voor de vorming van maleinezuuranhydride. Geef alleen je eindantwoord #,# %
Slide 15 - Open vraag
Bereken het rendement als uit 100 kg benzeen 100 kg maleïnezuuranhydride ontstaat.
Geef alleen je eindantwoord #,# %
Slide 16 - Open vraag
Bereken de E-factor van deze reactie bij dit rendement. Geef ook hier alleen je eind antwoord #,#
Slide 17 - Open vraag
Bereken vanuit de vormingswarmten de reactie energie voor deze reactie per mol omgezet benzeen. Binas Tabel 57, geef alleen je eindantwoord + of - #,#.10^5 J/mol
Slide 18 - Open vraag
Hebben we bij de vorige vraag te maken met een exotherme of endotherme reactie
A
Exotherm
B
Endotherm
Slide 19 - Quizvraag
Einde maleinezuuranhydride
Slide 20 - Tekstslide
Wat doet een katalysator?
A
Reactie versnellen
B
Reactie opwarmen
C
Reactie afkoelen
D
Activeringsenergie verlagen
Slide 21 - Quizvraag
In welke orde van grootte is een nano-deeltje?
A
10−3m
B
10−6m
C
10−9m
D
10−12m
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het hoogste energieniveau in een energiediagram van een endotherme reactie?
A
beginstoffen
B
reactieproducten
C
geactiveerde toestand
D
dat hangt van de reactie af
Slide 23 - Quizvraag
Wat voor soort reactie is weergegeven in dit energiediagram?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.