les 2 Voltijd 1 Nederland en het water

• Aardrijkskunde
• HBO
• Studiejaar 1

Kijkvragen vooraf:

- Voor wat voor les zou je dit fragment gebruiken 

- Voor welke fase van de les?

- Voor welke groep?

                 Schrijf bijbehorende geografische begrippen op: 

                                   activeer je eigen voorkennis

Houd jij droge voeten?

Wat weet je nog van de vorige les qua vakdidactiek?

Wat weet je nog van de inhoudelijke onderwerpen uit de vorige les?

https:

Deltawerken: 1 Waarnemen 2. beschrijven Wat zie je, 

3 Verklaren: Waarom zie je dat daar?

Stap 1 Wat en waar (waarnemen)

Wat zie je?

 Welke ruimtelijke elementen wil je dat kinderen zien, welke ondersteunende vragen kun je stellen?

2 Waarom daar: Verklaren

1 Hoe is dit gekomen?

2 Zoek ondersteunende beeldvormers om dit te verklaren

Oorsprong: Vogezen en Ardennen: 

Gebergten met harde ondergrond zorgen bij regen voor grote en snelle stromen.

Het waterpeil  fluctueert enorm: van heel hoog tot heel laag

Maas

Regenrivier 

Bijv de Maas, de Schelde     

• Gebergten met harde ondergrond zorgen bij regen tot grote en snelle stromen. Hier valt dooi van sneeuw ook onder. 
  
• Het waterpeil van dit soort rivieren fluctueert enorm, van heel hoog tot heel laag: 
  
• Dijken als beschermen 
  
• Stuwen om scheepvaart structureel mogelijk te maken 
  

soorten rivieren

3 soorten rivieren:
> regenrivier: door regen gaat het water stromen.
> gletsjerrivier: door het smelten van een gletsjer. (schuivend ijs)
> gemengde rivier: krijgt zijn water van beide soorten rivieren.

Schematische tekening

• Waar let je op als je hem uitkiest/beoordeelt? 
  
• Hoe zet je hem in? 
  

gemengde of gletsjerrivier

• Rijn, Waal, IJssel 
• Smeltwater van gletsjers, groot deel van het jaar door 
• Regenwater 
  
• Dijken beschermen, maar waterpeil is meer constant 
  

1 Wat en waar 2 Waarom daar

zomerdijk, winterdijk, uiterwaarden, overloopgebied, rivier,  kribben

Welke doorsnede is
correct?

1. doorsnede A is correct
2. doorsnede B is correct
3. doorsnede C is correct

Overstromingen door rivieren, waar nog meer in Nederland?