Thema Voortplanting B 4 geslachtskenmerken, hormonen en menstruatiecyclus
B4: Hormonen en voortplanting
Th2: Voortplanting en ontwikkeling
Bladzijde 54 handboek + blz 54 werkboek
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
B4: Hormonen en voortplanting
Th2: Voortplanting en ontwikkeling
Bladzijde 54 handboek + blz 54 werkboek
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik & Huiswerk bespreken b3 De reductiedeling
Uitleg Basisstof 4 Geslachtskenmerken, hormonen en menstruatiecyclus
Zelf aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A) Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt. B) Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt.
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt
Slide 3 - Quizvraag
Waar vindt de mitose plaats in ons lichaam? A) Alleen de huid B) Overal in het lichaam C) overal in het lichaam, niet in eierstok en teelbal. D) In de eierstokken en in de teelballen
A
Alleen in de huid
B
Overal in het lichaam
C
Overal in het lichaam, niet in eierstok en teelbal
D
In de eierstokken en in de teelballen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
De primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen benoemen bij jongens en meisjes.
De processen tijdens een menstruatiecyclus beschrijven
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Wat zijn primaire en secundaire geslachtskenmerken?
Slide 9 - Tekstslide
Primaire geslachts-
kenmerken
Al aanwezig bij de geboorte
Jongen: Penis + teelballen + balzak
Meisje: Schaamlippen en clitoris
Slide 10 - Tekstslide
Oestrogeen
Het vrouwelijke geslachtshormoon
Beïnvloed: borstontwikkeling, bredere heupen en rondere lichaamsvormen
Slide 11 - Tekstslide
Testosteron
Het mannelijk geslachtshormoon
Beïnvloed: baardgroei, gespierdere lichaamsbouw en lagere stem
Slide 12 - Tekstslide
Hormoon klieren
Teelballen - Testosteron
Eierstokken - Oestrogeen
Hypofyse - Hypofysehormoon
Slide 13 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
Een proces dat zich iedere 4 weken herhaald
(mits er geen zwangerschap optreed)
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen menstruatie en menstruatiecyclus?
Slide 15 - Tekstslide
In de eierstokken
worden de eicellen
geproduceerd.
Menstruatie -
spieren van baarmoeder
trekken samen en stoten
baarmoeder slijmvlies af
Slide 16 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
Slide 17 - Tekstslide
Eerste 14 dagen
Follikel rijping in de eierstokken
Hypofyse hormonen
(FSH: Follikel Stimulerend Hormoon)
Wand van follikel -> oestrogeen
Baarmoederslijm wordt dikker
Slide 18 - Tekstslide
Ovulatie (Eisprong)
Hypofysehormoon -> vocht in follikel
Komt vrij uit eierstok -> eileider
Geen bevruchting dan gaat de eicel dood (12 tot 24 uur)
Slide 19 - Tekstslide
Na de ovulatie
Overgebleven follikel -> gele lichaam
Baarmoederslijmvlies nog dikker
Er treed menstruatie op, een deel van het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten
Slide 20 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Opdracht 17, 18, 19, 20 en 21 (WB vanaf blz 58)
Slide 21 - Tekstslide
Bij welke dag zal er (mogelijk) bevruchting plaats vinden bij een zaadlozing
A
Dag 1 (rood)
B
Dag 5 (geel)
C
Dag 14 (groen)
D
Dag 16 (geel)
Slide 22 - Quizvraag
Waarom ben je een aantal dagen voor de ovulatie wel al vruchtbaar, maar de dag erna niet
Slide 23 - Open vraag
Zwangerschap
'vruchtbare periode' is ongeveer de 4 dagen na de ovulatie
3 dagen voor ovulatie en 1 dag na ovulatie
Slide 24 - Tekstslide
In de eierstok en baarmoeder
Slide 25 - Tekstslide
Bevruchting en innesteling
Bevruchting: in eileider
Innesteling:
Slide 26 - Tekstslide
Zwangerschap
Het gele lichaam blijft in stand
Baarmoederslijmvlies blijft dik, geen menstruatie
Er rijpen geen nieuw eicellen
Melk klieren ontwikkelen zich in de borsten
Slide 27 - Tekstslide
Vermindere vruchtbaarheid
Bij mannen kan de hoeveelheid als de kwaliteit van het zaad afnemen.
Bij vrouwen wordt op latere leeftijd de kans op vruchtbaarheid af.
Hormoon verstorende stoffen in het milieu
Slide 28 - Tekstslide
Kunstmatige inseminatie
Als de man onvruchtbaar is.
Zaad van een zaadbank wordt ingebracht.
Slide 29 - Tekstslide
In-vitro fertilisatie (IVF)
Als de vrouw onvruchtbaar is.
operatief worden eicellen weggehaald, bevruchting en eerste ontwikkeling vindt buiten het lichaam plaats