Les 29-01-2021, paragraaf 5.2

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Noem de lagen van de overheid.

Slide 2 - Open vraag

De overheid bestaat uit het rijk en de provincies, juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een ambtenaar is ...
A
iemand die met zijn handen werkt.
B
iemand die in de Tweede Kamer werkt.
C
iemand die voor de overheid werkt.
D
iemand die een ambt vervuld.

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de collectieve sector.
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de particuliere sector.
- Ik kan voorbeelden noemen van de collectieve sector.
- Ik kan voorbeelden noemen van de particuliere sector.
HUISWERK: Paragraaf 5.2

Slide 5 - Tekstslide

Collectieve sector en particuliere sector
Collectieve sector
Overheid en sociale zekerheid instellingen waar iedereen gebruik van kan maken.

Particuliere sector
Bedrijven, willen goederen en diensten verkopen om winst te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Collectieve sector

Slide 7 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel

Slide 8 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel
  • = iedereen moet een gedeelte van het inkomen af staan voor mensen met een laag of geen inkomen

Slide 9 - Tekstslide

Collectieve sector zorgt voor
  • productie van de overheid
  • de sociale zekerheid

Slide 10 - Tekstslide

Collectieve sector wordt betaald 


belastinggeld
sociale premies

Slide 11 - Tekstslide

Wie betaalt mee aan de collectieve sector?
A
niet betlastingbetalers
B
Belastingbetalers

Slide 12 - Quizvraag

Collectieve goederen
Dit zijn voorzieningen die voor iedereen bestemd zijn en door de overheid worden betaald. 


Voorbeelden: 
  • ziekenhuis
  • dijken

Slide 13 - Tekstslide

noem nog een voorbeeld van collectieve goederen

Slide 14 - Woordweb

Privatisering
Verkoop van een dienst of activiteit van de overheid aan een bedrijf in de particuliere sector.

Waarom?
  • overheid verwacht betere kwaliteit of lagere prijs
  • overheid vindt het niet meer nodig om zelf te doenen

Slide 15 - Tekstslide

Kartel vs Fusie

Slide 16 - Tekstslide

Wet Productaansprakelijkheid
Een product moet normaal functioneren: het moet een deugdelijk product zijn.

Gaat je product stuk en ontstaat er schade dan heb je recht op een vergoeding van de fabrikant.

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is privatisering?

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn kenmerken van de collectieve sector? Kies het juiste antwoord.
A
Bedrijven willen winst maken
B
Collectief wordt betaald door overheid met belastinggeld
C
Bedrijven zijn geprivatiseerd
D
Producten en diensten zijn gratis

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de subsidie voor bibliotheken omlaag gaat? Zet in de juiste volgorde.
Minder boeken geleend
Minder werk in bieb
Subsidie lager
Mensen moeten meer betalen voor lenen

Slide 21 - Sleepvraag

Wat gebeurt er als de overheid subsidie gaat geven aan de producenten van deze panelen? Zet in de juiste volgorde.
Mensen gaan panelen aanschaffen
Meer werk voor producenten
Producent krijgt subsidie
Mensen hoeven minder te betalen

Slide 22 - Sleepvraag

Aan de slag!
Wat? Opdrachten van paragraaf 5.2
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

Slide 23 - Tekstslide