dieren en planten H11

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

§11.1. Leerdoelen
-Kan je aan het gebit van dieren aflezen wat ze eten
-Kan je beredeneren waarom en welke aanpassingen dieren hebben in hun spijsvertering m.b.t. wat ze eten
-Kan jij uitleggen hoe planten eten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

vertering
waar worden stoffen verteerd?

planteneter <-> vleeseter

slecht verteerbaar voedsel
goed verteerbaar voedsel


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht:

Hoe eet een plant?

Slide 7 - Tekstslide

Waar komt het gewicht van een plant vandaan?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de energiebron van de plant? (dus welke energie legt de plant nu precies vast?)
A
Koolstofdioxide
B
Nitraat (uit de grond)
C
Licht
D
Water

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk

maken en nakijken opgave 3 tm 9

Slide 10 - Tekstslide

§11.1. Leerdoelen
-Waaraan kan je bij een dier zien wat hij of zij eet?
-Welke aanpassingen hebben planteneters ten opzichte van vleeseters en waarom?
-Hoe legt een plant zijn energie vast?
- Wat vonden jullie van deze les ten opzichte van andere lessen?

Slide 11 - Tekstslide

biologie pagina
H3 dieren en planten
Oefening gebitten van zoogdieren

Slide 12 - Tekstslide

start
 vorige les: fotosynthese en energiebalans
vandaag: gegeten worden
§11.1 afronden (alles af, nagekeken)
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

energie balans
E = energie in eten = 1000 kJ

B =energie om te bewegen
T = energie om warm te blijven
U = energie in uitwerpselen
P = energie nodig voor nieuwe cellen

B = 400 kJ      T = 400 kJ.     U = 100 kJ     P = 100 kJ

Slide 14 - Tekstslide

Hoe eet een plant?
fotosynthese

Slide 15 - Tekstslide

1

Slide 16 - Tekstslide

van glucose maakt een plant weer andere stoffen


zetmeel (waar zit veel zetmeel?)
eiwitten
vetten
vitaminen

Slide 17 - Tekstslide

huiswerk
lezen: wanneer heeft een dier genoeg te eten?
+. hoe eten planten?

maken en nakijken opgave 10 tm 16

Slide 18 - Tekstslide

prooidier         predator
- vluchten
klimmen, rennen, in holen verstoppen

- camouflage

- mimicry

Slide 19 - Tekstslide

ademhalen §11.2

hond
insect
vis
plant
Uitleg
opgave 3 tm 16 maken en nakijken


Opdracht website maken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

diffussie

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

gaswisseling plant
fotosynthese?
verbranding?


Huidmondjes

Slide 26 - Tekstslide

vandaag

-meedenken over HACO?
-uitleg deel van §11.3
- opdracht dieraanpassing
- popweek extra opdrachten inschrijven

woensdag 27 feb
2e lesuur
lijst staat bij huiswerk vandaag

Slide 27 - Tekstslide

11.3 Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen
3 soorten bloedsomloop:

1: open
2: enkelvoudig gesloten
3: dubbel gesloten

Slide 28 - Tekstslide

enkelvoudig gesloten  bloedsomloop
Hier is het bleod rood door hemoglobine.
Wat doet hemoglobine?

Slide 29 - Tekstslide

dubbel gesloten bloedsomloop

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

vaatbundels met houtvaten en bastvaten
Houtvaten: water en minarelen van beneden naar boven
Bastvaten: water en glucose van boven naar beneden.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe stroomt water van beneden naar boven?


worteldruk
zuigktracht door de verdamping van water in de bladeren
capillaire werking in houtvaten

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

vandaag
uitleg dieren en temperatuur
oefenen biologiepagina koud- of warmbloedig
leerdoelen bekijken
opgaven maken van §11.4 en nakijken

Slide 35 - Tekstslide

warmbloedig en warme omgeving

Je kunt uitleggen en toepassen dat dieren beschermd zijn tegen hitte door dunnere vacht of verenkleed.

Je kunt uitleggen waarom dieren hijgen en zweten.

Slide 36 - Tekstslide

warmbloedig en kou
Je kunt uitleggen wat de functie is van vacht en haren en hoe dit werkt.

Je kunt uitleggen wat het effect is van het opzetten van veren of haren op het isolerend vermogen.
Je kunt uitleggen en toepassen wat het effect is van een dikke vetlaag op het isolerend vermogen.
Je kunt uitleggen en toepassen wat het verschil is tussen winterslaap en winterrust
.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Egel


Gaat in winterslaap
=
slaapt de hele winter door
Eekhoorn


Gaat in winterrust
=
wordt af en toe wakker, als het wat minder koud is in de winter

Slide 39 - Tekstslide

Egels en eekhoorns verzamelen allebei een voorraad voedsel.
Waarom heeft de eekhoorn meer voedsel nodig?

Slide 40 - Open vraag

Wat is niet waar over de winterslaap van de egel?
A
De lichaamstemperatuur stijgt.
B
De activiteit blijft hetzelfde
C
Het lichaamsgewicht neemt af.
D
De ademhaling en de hartslag dalen

Slide 41 - Quizvraag

Welk gevaar loopt een egel als de winter streng is en lang duurt?

Slide 42 - Open vraag

Koudbloedige dieren
Je kunt uitleggen en toepassen, waarom het voor een koudbloedig dier gunstig is om in een warme omgeving te zijn.

Je kunt toepassen en een voorbeeld noemen van de manier waarop een koudbloedig dier zich tegen kou beschermd.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide