- Tenen draaien schuin in de werprichting.
- Voet wordt stevig geplaatst.
- Been blijft geheel gestrekt zodat er een rem/hef-werking ontstaat en de energie explosief afstroomt via indraaiende heup, romp, schouder naar de werparm (elleboog, hand)
- vergelijkbaar met de klap van een zweep.